Spring naar inhoud

Afscheidstentoonstelling van Rien Monshouwer; Koninklijke Academie, Den Haag

16 mei 2013

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Ter ere van het  afscheid van Rien Monshouwer van de Koninklijke Academie in Den Haag is er een tentoonstelling georganiseerd van oud-studenten aan wie hij de afgelopen twee decennia les heeft gegeven. Zo’n kleine zestig kunstenaars / oud-studenten waren bereid mee te doen met ieder één of twee kunstwerken. Dat zegt iets over zijn populariteit bij een groot aantal oud-studenten. Monshouwer had vooral aantrekkingskracht op studenten die bereid waren verder te denken dan het werk waarmee ze op het moment bezig waren. Studenten die zich er min of meer van bewust waren dat alles met hun kunstwerk te maken kon hebben, van het licht dat door het raam scheen tot een filosofisch essay tot de klank van voetstappen. Daarnaast was hij ongetwijfeld geen groot ambachtelijk docent, dat zal zijn opdracht ook niet zijn geweest, maar denkelijk zal hij de studenten de materialen hebben laten zoeken die bij hun ideeën pasten.

Nu zijn de meeste van die ex-studenten zelfstandig beeldend kunstenaar. Sommige al jaren. De één zal daarbij wanhopig het hoofd boven water trachten te houden, de ander heeft meer succes en een enkele andere is in hoofdzaak geen praktiserend kunstenaar meer. Maar op de tentoonstelling blijkt dat het overgrote deel recht van spreken heeft. Het heeft in ieder geval geleid tot een behoorlijk bonte tentoonstelling met heel uiteenlopend werk.

Toch zijn er een aantal elementen die terugkeren in de tentoonstelling, elementen die doorslaggevend zijn voor zowel de vorm als de inhoud van de werken en over die elementen zal Monshouwer het ongetwijfeld intensief gehad hebben met zijn studenten. Één van die elementen is tijd, waarbij het niet simpel alleen maar om vergankelijkheid gaat. Dat door tijd alles vergankelijk is weten we immers wel. Maar welke rol speelt de tijd in het materiële en in de ruimte? Materie en ruimte zijn nu eenmaal basismaterialen, of liever basisvoorwaarden, voor de beeldende kunst. En hoe ontwikkelt zoiets zich in de artistieke taal die een kunstenaar zich eigen maakt?

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Zo biedt het verstrijken van tijd bij Han Jordaan pijnlijke tegenstellingen. Dat de tijd verstrijkt is zichtbaar in zijn werk Perceiving time / citing last statements, maar het lijkt ook of de tijd er niet wíl verstrijken. De herinnering wil de tijd vast blijven houden. Herinnering is één van de aspecten van de manier waarop onze hersens werken, waardoor mensen zich zowel collectief als individueel, emotioneel een plaats kunnen geven in de tijd. Door herinnering krijgt individuele en collectieve identiteit een vorm. Maar welke vorm? Door de eeuwen heen heeft de beeldende kunst daar al veel voorbeelden van gegeven, met meer of minder succes. Jordaan laat zien hoe tastbaar én ontastbaar de herinnering is. Zijn twee videobeelden laten de tijd ternauwernood zichtbaar verstrijken, het vervagen komt steeds terug maar ook het hekwerk, dat doorzichtig is, maar tegelijkertijd toegang weigert. De laatste woorden – last statements – die het werk begeleiden lijken ook niet weg te willen gaan, door herhaling blijven zij aanwezig, maar ook zij kunnen slechts blijven drijven in vervaging. Jordaans werk maakt de tegenstelling pijnlijk voelbaar van het vervagen en de hardnekkigheid van de herinnering. Het is daarmee een prachtig verstild werk te midden van deze bont te noemen tentoonstelling.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

In de zacht aanwezige performance van Marline van der Eijk verstrijkt de tijd wél heel duidelijk. De performance, zeker wanneer die niet met filmbeelden wordt vastgelegd, is natuurlijk bij uitstek het medium waarin de tijd een onderdeel,  zeg maar gerust een gereedschap is. Met enige zorg wordt de bezoeker een klompje ijs in de vorm van een hand aangeboden om enige tijd in eigen handen te koesteren. Maar wat doe je met zo’n ijskoud smeltend handje? Het koesteren in hartelijkheid en vriendschappelijkheid? Daardoor zal het des te harder smelten. Daartegenover is het vrijwel onmogelijk deze handreiking van Van der Eijk te weigeren. Zij staat daar immers zelf ook de hele tijd te kleumen met een stuk ijs in haar handen, al zijn die handen ingevet tegen de ergste kou. Door het overnemen van de ijshand, deel je als bezoeker even wat haar bezighoudt. Een ontmoeting wordt tijdelijk tastbaar en roept een herinnering op die vreemd genoeg meer met persoonlijke warmte heeft te maken dan de koude van het ijs doet vermoeden.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Ook in het drieluik Foto 1995, 2 van Els Snijder speelt herinnering de hoofdrol. Het werk kan klassiek opgevat worden, met in het midden het hoofdverhaal en in de zijluiken de nevengedachten, maar het kan evenzogoed van links naar rechts of van rechts naar links gelezen worden. Dat laatste zit in de drie verschillende media die naast elkaar getoond worden: een oude foto met een bruine omlijsting, een filmpje en een reliëf. Maar het lezen vanuit het midden ligt net zo voor de hand, daar het filmpje van de twee handen als eerste de aandacht trekt door de beweging. Rechts in het reliëf is de vorm van het hondje geïsoleerd dat links gedragen wordt door een persoon (een man of een vrouw, dat is niet meteen duidelijk) in één hand. Het voelen van de handen in het midden nodigt bovendien uit te kijken naar wat er nog meer gedragen wordt in de foto: in de rechterhand van de persoon een hondje, dat warm, levend en beweeglijk aan zal voelen, maar dat zich in die even zo warme en levende hand blijkbaar beschermd weet, en de linkerhand een teiltje van, naar het lijkt, metaal, in ieder geval een hard en dood ding. De herinnering van het gevoel wordt hier op een mooie en compacte manier helder gemaakt, waarbij ieder van de drie media zijn eigenaardigheden deelt met de andere. Ook dit is een werk dat aandacht trekt door verstilling.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Veel monumenten ter nagedachtenis aan historische feiten of periodes bestaan uit puur materiaal: steen, beton, metaal, noem maar op. Het voordeel daarvan is dat je er niet omheen kunt. Zo’n monument wil opvallen en het beïnvloedt de bewegingen van de mensen rond zijn volume. Niet meer of minder doet Rien ne va plus van Eric Martijn. Afgezien van de aardige woordgrap in de titel is het een waar monument voor de tentoonstelling. Immers, je kunt over dit werk niet struikelen, het staat er behoorlijk pontificaal, zelfs zonder nut of noodzaak naar het schijnt, het is aangetast door de tijd, het heeft de rechte vormen die zo vaak voorkomen in het werk van Rien Monshouwer, maar ingebed als in een doorleefd karakter. En het werk bepaalt de bewegingen eromheen, dat doet ieder ding in de ruimte, maar hier lijkt het de voornaamste functie van het object te zijn.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Er is in deze ruimte ook een rechtstreekse connectie van dit werk met het werk van Rien Monshouwer zelf, want die is ook zelf vertegenwoordigd op de tentoonstelling. Waar het werk van Eric Martijn zo concreet is als het maar zijn kan, zo is het werk Stadswandeling (een zelfportret) van Monshouwer niet veel meer dan een gedachte die ternauwernood aan de oppervlakte komt door de straatnamen die hij noemt met zijn fragiele, ietwat schoolse handschrift. Het zijn de namen van de straten die hij gedurende twee decennia passeerde van en naar de Academie, op weg naar zijn werk en weer terug. Dat handschrift zelf heeft in de loop van de jaren ook aardig wat omzwervingen gehad in zijn werk, maar hier valt het dan letterlijk op zijn plaats.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Er spreekt ook een zekere weemoed naar de geborgenheid van de gewoonte en van twee gebouwen: de woonstee en de werkplek. En ook hier blijkt natuurlijk dat zaken die daarmee verbonden zijn, zoals de verbindende routes op een gegeven moment onherroepelijk herinnering worden. Maar ook die geborgenheid, het zoeken ernaar, de gedachte eraan, de intimiteit ervan, is een element in deze tentoonstelling. Dat komt nog het duidelijkst naar voren in het werk Ik woon hier van Eva Klee. Een grote holle, bolle figuur staat gebiedend boven twee kleine, bolle figuurtjes. Ik woon hier zou de boodschap kunnen zijn van de grote aan de kleintjes, maar de vorm zelf is ook hol en kan als woonruimte dienen, van de Ik in de titel. De Ik zou zelfs de kunstenaar kunnen zijn. De ronde vorm lijkt sowieso meer geborgenheid te bieden dan de rechthoekige gebouwen die wij gewend zijn te bewonen. De rondheid past zich aan aan de bolvorm van het hoofd. Daarmee krijgen de vormen van Klee iets van een schedeldak, dat de gedachten een huis geeft. Maar een klassiek huis met een deur en ramen wil het niet worden: de grote vorm heeft een gat bovenin en een soort afvoer, waar wat repen wat pompeus overheen hangen. Deze geborgenheid kent alleen nog uitgangen, geen ingangen; er is slechts eenrichtingverkeer met de buitenwereld mogelijk en dat zullen de kleine vormen merken. En wat zijn zij? Nog jonge, onvolgroeide bewoningen die er nog van dromen om zo groot en overheersend te worden? Zelf hebben zij samen een klein ingangetje aan de onderzijde.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Everyday activities van Miranda Meijer biedt een ander idee van geborgenheid. Het gaat over de intimiteit die optreedt door de slaap. Het lichaam zelf wordt daarbij de behuizing van de geborgenheid, het wordt oncommunicatief met de buitenwereld, maar de lichaamsfuncties en vooral de hersens gaan door. In dit werk zijn twee projecties van slapende mensen te zien, één extra afgezonderd onder een dekbed gedurende de nacht en één in het volle licht, aangekleed en op een bank. De bewegingen zijn minimaal. Natuurlijk, je weet dat je per etmaal een aantal uren slaapt en dat je dan inactief bent, maar gevoelsmatig is dat een vreemde zaak, want de herinnering is die van de activiteiten in wakende toestand. In de herinnering is het leven één grote aaneenschakeling van bewuste activiteiten en omstandigheden, het is er nooit een van slaap en het absolute niets. In de slaap is een mens ook kwetsbaar. Everyday activities toont die kwetsbaarheid, maar ook de geborgenheid. De titel is bovendien tegendraads: niemand die het over zijn of haar activiteiten heeft, zal het over de slaap hebben. En toch ontwikkelt de mens gewoon door tijdens zijn slaap en de slaap beïnvloedt zijn activiteiten en gedachten tijdens het waken.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

De titel Kataphraktos nr. 1 van het werk van Roselyne van der Heul komt van de benaming van de gepantserde ruiters uit de Middeleeuwen, soms waren zelfs de paarden daarbij bepantserd. Bij Van der Heul is het verschil tussen huid of kleding en pantser niet meer te zien. Een pantser biedt bescherming maar één van de armen is al verloren, terwijl het rijdier ook niet bepaald de indruk wekt een kruistocht (de ruiter heeft een kruisvormig zwaard in de hand) tot een goed einde te zullen brengen. De ruiter zelf lijkt erbij te dromen en zacht te glimlachen met het gezichtsafgietsel. Is het wel waar wat hier te zien is, of is het een droom en biedt de huid, het pantser, slechts behuizing aan die droom? In Van der Heuls werk lijkt de huid vaker een onafhankelijke rol te willen spelen. Het is alsof de huid er geen geborgenheid geeft, maar het zelf juist zoekt.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Veel meer werkelijkheid is de droom van Petra Knötschke geworden. Tegendraads heet het en, afgezien van de woordgrap in die titel, is het dat met recht. Hier heeft een hoek van de ruimte het aanzien gekregen van een onderdeel van een rommelzolder met gigantische spinrag eromheen. Het werk is daardoor min of meer ondoordringbaar geworden. De vreemde objecten hebben zo’n beetje dezelfde tint als de vloer en lijken daar op natuurlijke wijze bij te horen. Het geheel is een prachtige improvisatie, de ideeën die opkomen naar aanleiding van ruimte en materialen en die daardoor belichaamd worden door die ruimte en die materialen.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Deze laatste twee werken tonen al aan wat een verschillende wegen de ex-studenten van Monshouwer volgen, maar ook hoe de verbeelding werkt. Dat hoeft niet altijd door uitgebreide installaties of sculpturen, dat kan ook simpel met een potloodje en papier (zoals het werk van Monshouwer zelf al laat zien) en met wat simpele grafische ingrepen. Stephan van den Burg werkt op een dergelijke simpele manier. Zijn werken zijn combinaties van het doordacht maken van grafische tekens, sporen en structuren door tekenen, afplakken, afdrukken etc. het werk wordt daarmee een combinatie van wat er is en wat er niet is, van vormen van abstractie die een eigen leven gaan leiden. Perfect grid / showing of toont daar een compacte compilatie van. Het refereert bovendien aan eerdere tentoonstellingen van Van den Burg en geeft daarmee ook een kleine geschiedenis. En het lijkt daarmee een gebaar te zijn dat ook dit werk zich bevindt in dezelfde ruimte als het werk van Monshouwer zelf.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Een ander gebaar, een werk van Johan Gustavsson, vlakbij het werk van Monshouwer, wekt dan misschien wat verwondering in zijn grillige lyriek. Hier geen strakke vormen, afgezien van een rechte glasplaat, maar een tafel die rechtstreeks aan de verbeelding lijkt ontsproten. Wie deze tafel ziet, denkt niet aan hoekconstructies, waterpassen en spijkers, maar aan een tafel die uit een droom lijkt getoverd. De voorwerpen die op het glazen tafelblad liggen, doen daar niets aan af, ze krijgen een symbolische functie voor de voortgang van het leven en de voorwaarden voor het gebruik van de verbeelding. Het feit dat ze op glas liggen maakt ze wat zwevend, omdat ze daardoor geen rechtstreekse schaduw op het tafelblad veroorzaken. Gustavsson heeft daarmee een sprookjesachtige situatie gemaakt met een tafel waarop alles klaarligt voor het kunstenaarschap: voorwerpen om dingen te maken en het eigen vege lijf te onderhouden en een tafelblad om doorheen te kijken. Monshouwer kan het er in zijn postacademische bestaan mee doen!

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Wie alle kunstwerken in deze tentoonstelling ziet, zou het idee kunnen krijgen dat het hier steeds gaat om denkend kijken of kijkend denken. Nu zijn die twee zaken niet te scheiden en Monshouwer zal menige discussie gehad hebben met zijn studenten over de filosofie van het kijken, maar er zijn ook zaken te zien die simpel met het kijken zelf, de pure optische activiteit, te maken hebben. Het meest heldere voorbeeld  daarvan is een bewegend object van Floris Kruidenberg. De vloeiende beweging van de staafjes spiegelglas fragmenteren de ruimte voortdurend tot steeds andere composities en wie in het glas kijkt ziet een bewegende kubistische of futuristische wereld. Daarnaast wordt het licht van boven gereflecteerd, er wordt dus ook beweging gebracht in het licht. Het zegt iets over hoe wij kijken maar ook over hoe wij niet kijken en welke hulpmiddelen we nodig hebben om op een bepaalde manier te kijken. Natuurlijk, die hulpmiddelen kunnen filosofisch, literair of emotioneel van aard zijn, maar in de beeldende kunst zijn ze toch in de eerste plaats materieel. Kruidenberg heeft zich vooral aan dat laatste gehouden.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

In de installatie Sunset van Bas de Boer komt veel samen: het verlopen van tijd, een overdadig gebruik van ruimte tegenover claustrofobisch kleine ruimte, kleur, licht en vormen van uiteenlopende aard, driedimensionaal en tweedimensionaal, lyriek, symboliek, tekst, geborgenheid en verborgenheid, speelsheid en wanhoop, mateloosheid en gevoel voor verhoudingen, improvisatie en vormvastheid. Achteloos lijken er dingen achtergelaten, als op een strand aan het eind van de dag. Daarnaast is er de maquette van een kamer en de hulpeloze kreet Help me leave my room. En als afsluiting, of misschien juist als opening, is er het schilderij met het fel oplichtende peertje en alles wat daar omheen hangt, zweeft en ligt. Met het schilderij lijkt het of de installatie maar niet tot een eind kan komen. Zoals aan de andere zijde de ballon nog steeds niet helemaal leeg is. Maar ook overigens is dit een werk dat voortdurend perspectieven blijft bieden. Helaas was op de dag van bezoek voor dit artikel de installatie niet geheel in werking, maar gelukkig was dat bij de opening wel het geval. Het is dan ook een werk dat op meerdere fronten leeft, werkt en aanwezig is. Dit ene werk zou al voldoende zijn voor een korte monografie.

Het bovenstaande is slechts een kleine greep uit het grote aantal werken dat te zien is. Met zoveel uiteenlopende werken, zoveel verschillen tussen verstilling en rumoer, tussen quasi-objectiviteit en overdadige subjectiviteit, zoveel verschillen tussen groot en klein, kun je je afvragen of dit nu werkelijk zo’n geslaagde tentoonstelling is. Door de grote afwisseling is er voor de artistieke alleseter veel te zien. Ook zijn de werken opvallend sociaal opgesteld ten opzichte van elkaar. Werken komen niet in de verdrukking en bijten elkaar zelden, sommige werken versterken elkaar zelfs. Hooguit dreigt een enkel werk wat over het hoofd gezien te worden. Dat mag een behoorlijke prestatie heten. En inderdaad, in dat opzicht is de tentoonstelling geslaagd.

Is het afscheid van Rien Monshouwer en het feit dat het om werken van zijn voormalige studenten gaat een voldoende bindende factor? Dat is het hooguit in de eerste ruimte waar ook werk van Monshouwer zelf hangt. Voor het overige gaan de werken toch overal hun eigen individuele weg.

Wat vooral duidelijk wordt, is dat we in een tijd leven waarin de meest uiteenlopende disciplines naast en door elkaar bestaan en zonder blikken of blozen naast elkaar tentoongesteld kunnen worden. Dat is wellicht winst; het is althans ooit, nog niet zo lang geleden, wel heel anders geweest.

Dat houdt dus ook in dat het mogelijk zou kunnen zijn om op de KABK met meer regelmaat heel uiteenlopende tentoonstellingen te maken, die gewoon voor het publiek toegankelijk zijn. Daarmee zou de Academie laten zien wat er binnen én buiten haar muren leeft en ze zou zich ermee openen naar de buitenwereld.

Maar vooralsnog kan ieder die het wil vooral de afscheidstentoonstelling zien van Rien Monshouwer en zijn voormalige studenten.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Bertus Pieters

Zie ook:

http://jegensentevens.nl/2013/05/pictured-66/

http://jegensentevens.nl/2013/05/pictured-67/

http://blogger.xs4all.nl/chmkoome/archive/2013/05/11/814128.aspx

http://trendbeheer.com/2013/05/15/afscheidstentoonstelling-rien-monshouwer-kabk-den-haag/

One Comment

Trackbacks & Pingbacks

  1. Rien Monshouwer | chmkoome's blog

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.

%d bloggers liken dit: