Spring naar inhoud

Tussen einde en begin #12: Rien Monshouwer

6 augustus 2014

Rien Monshouwer 01

Er is iets bijzonders met de kleuren van dit schilderij*). Ze zijn zowel teer als sterk. Dit schilderij? Nu ja, dat wil zeggen: deze schilderijen, want het is een tweeluik. Maar wel een ondeelbaar tweeluik. En daarmee is in het kort eigenlijk al gezegd wat dit werk van Rien Monshouwer (1947) sterk maakt. Monshouwer heeft in feite iets gedaan wat klassiek is in de beeldende kunst. Hij gebruikt tegenstellingen om een balans daarin te bereiken, terwijl de tegenstellingen voor een zekere spanning in het geheel zorgen.

Maar als doorgewinterd kunstenaar neemt Monshouwer met alleen die werkwijze geen genoegen. Hij doet meer. Hij laat de tegenstellingen samenvallen, zodat de spanning die zij teweegbrengen als het ware in het schilderij zelf gaat zitten.

Wat de kleur betreft. Monshouwer heeft acrylverf gebruikt. Acrylverf heeft niet de warmte die olieverf van zichzelf kan hebben. Acrylverf is van zichzelf vrij dof. Acrylverf is bovendien geen verf waarmee je bijzonder pasteus kunt schilderen. Zonder hulpmiddelen wordt het oppervlak van de verf vrij vlak, maar dat neemt niet weg dat, wanneer je vrij dun maar ook vrij droog schildert, je de verfstreken kunt blijven zien. Dat laatste heeft Monshouwer gedaan. De gekleurde verticale banen zien er strak uit, maar wanneer je dichterbij kijkt, zie je dat ze zijn opgebouwd uit verfstreken. Die verfstreken zijn zowel persoonlijk (ze zijn duidelijk door een individuele hand gemaakt) als zakelijk (ze zijn eerder functioneel dan expressief). Een aantal gekleurde banen hebben ook een onderschildering die ervoor zorgt dat de bovenliggende kleur wat feller naar voren komt. Maar verder benadrukt Monshouwer eigenlijk alleen maar de dofheid van de verf. Door dat spel van verfstreken en die doffe eigenschap worden de kleuren wat pastelachtig en, waar Monshouwer wit gebruikt om te mengen, wat krijtachtig.

Het resultaat is dat, hoewel de gekleurde verticale banen met een geometrische degelijkheid omhoog staan en allen even breed zijn, hun kleuren toch vrij teer en genuanceerd zijn.

Rien Monshouwer 2

Ook de volgorde van de gekleurde, verticale banen heeft iets vanzelfsprekends en degelijks. Het is alsof de kleuren, die allemaal verschillend zijn, in een vanzelfsprekende en onomstotelijke volgorde staan. De kleuren zijn individueel genuanceerd en teer in hun nuances, maar samen staan ze sterk. Dat is niet alleen omdat ze in die volgorde staan, het komt ook omdat die volgorde inhoudt dat de twee raamachtige constructies, aangegeven door doffe, donkere banen, naar buiten toe steeds begrensd worden door kleuren met een belangrijke component rood of geel. Van links naar rechts zijn dat de banen violet-rood, oranje, geel en roze.

De raamwerken staan steeds net iets rechts van het midden van ieder luik. Daarmee wordt een dreigende symmetrie doorbroken en verandert die symmetrie in beeldrijm. Maar het beeldrijm wordt óók doorbroken, sowieso natuurlijk door de verschillende kleuren van de verticale banen, maar vooral door het bovenluik van het rechterraamwerk dat donkerder is dan het linker. Daardoor zijn er niet alleen simpel op te noemen verschillen tussen de beide luiken, maar zijn de luiken ook echt verschillend van karakter. Zoals twee broers of zussen sterk op elkaar kunnen lijken, maar toch heel verschillende karakters kunnen hebben of vice versa.

De lichte verticale baan in het midden tussen de twee raamwerken in lijkt het midden van de hele compositie aan te geven. Maar in feite staat die baan net rechts van het midden van de gehele compositie, want de scheiding van de twee luiken bevindt zich precies links van die baan en beide luiken zijn even groot. Die scheiding heeft ook een soort noodzakelijkheid, door de regelmaat in de volgorde van de lijnen. Dit werk kan niet anders dan een tweeluik zijn. Maar het kan ook niet anders dan één werk zijn.

Rien Monshouwer 3

De gehele compositie doet op het eerste gezicht misschien compleet geometrisch abstract aan, zoals een schilderij van Mondriaan dat doet. Maar het idee van een raamwerk, een venster, of een open deurgat met een raampje erboven komt vaker voor in het werk van Monshouwer. En niet alleen dat, ook het idee van een stadplattegrond gebruikt hij vaak in zijn schilderijen. Soms gebruikt hij beide elementen in één werk. In dit werk zijn het vooral de vensters die het totaal zijn karakter geven. Het is alsof een venster bij Monshouwer letterlijk een vluchtweg biedt. In dit geval zijn dat dus twee vluchtwegen. En zo heeft de kijker een keus en worden de twee raamwerken een bijna anekdotisch en illusionistisch onderdeel van het werk. Maar dat gebeurt op puur geometrisch-abstracte wijze. Alsof de vensters iets concreets vormen binnen een abstracte ideeënwereld.

Maar de kaders van de vensters doen meer. Zij hebben ieder een korte, horizontale lijn om een bovenluik boven de grote vensters aan te geven en links en rechts zijn zij begrensd door donkere verticale lijnen, die weer ingeklemd staan tussen de gekleurde lijnen. Maar de boven- en onderzijde van al die verticale lijnen worden alleen begrensd door de rand van het tweeluik en niet door een kader. Je zou je zelfs voor kunnen stellen dat de verticale banen denkbeeldig doorgaan boven en onder het tweeluik, alsof het beeld een uitsnede is van iets veel groters. En zo nodigt de illusie uit tot verbeelding. Het zijn naast de leegtes boven en onder het schilderij, ook de vermeende leegtes in en achter de vensterconstructies, die die verbeelding opwekken. Het tweeluik biedt in die gebieden zelf niets dan open ruimte aan de kijker. Monshouwer biedt de kijker de genuanceerde, pastelkleurige verticale banen als inspiratie, en de vensters als punten van verbeelding, die tegelijk de oneindigheid van die verbeelding uitdrukken. En zo doet dit tweeluik dus veel meer dan spanningen van tegenstellingen in balans brengen.

Dit tweeluik is veel groter dan zijn afmetingen.

Rien Monshouwer 4
(Klik op de plaatjes voor een vergroting)

Bertus Pieters

 

*) Rien Monshouwer, Zonder titel, 2002, tweeluik, acryl op doek, 200 x 280cm. Dit werk is momenteel te zien op de prachtige zomertentoonstelling in galerie Nouvelles Images (Den Haag), Beauty is for free, samengesteld door Jan van der Pol, die nog duurt tot 23 augustus 2014.

Zie ook: http://chmkoome.wordpress.com/2014/06/26/beauty-is-for-free/
http://villanextdoor.wordpress.com/2014/08/06/beauty-is-for-free-nouvelles-images-gallery-the-hague/

Eerdere afleveringen van Tussen einde begin:

Geef een reactie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.

%d bloggers liken dit: