Haagse zaken, rollende koppen
De kar die door het artikel in NRC van 30 oktober jongstleden over de misdragingen van Juliaan Andeweg in beweging is gezet, trekt verder door het Nederlandse moddermoeras. De Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten (KABK) laat klachten onderzoeken, waarbij twee docenten op non-actief zijn gezet. Op 20 november werd bekend dat directeur Arno van Roosmalen van Stroom opstapt. NRC kondigde het aan in een artikel van 20 november als een wapenfeit in een strijd tegen seksistisch geweld in de kunstwereld die de krant blijkbaar is aangegaan. Uit een verklaring van Stroom komt een enigszins ander beeld naar voren. Daarin wordt gewag gemaakt van een gesprek dat “al geruime tijd” gevoerd werd “over de invulling van zijn [Van Roosmalens] directeurschap”. Dat klinkt niet onaannemelijk. Van Roosmalen was al zestien jaar directeur van Stroom en ieder leiderschap heeft een houdbaarheidsdatum.
Bij zowel de KABK als Stroom lijken zaken in een stroomversnelling te zijn gekomen na de onthulling van het Andeweg-schandaal. Dat is in twee stappen gegaan. Eerst werd een verontschuldigende verklaring afgegeven, die in beider gevallen door sommigen werd afgedaan als het schoonvegen van het eigen straatje. Vervolgens leek het of beide instellingen meer doordrongen geraakten van de ernst van de situatie. In het geval van de KABK zou dit een langdurig proces kunnen worden. De Koninklijke Academie is een prestigieuze moloch, die een internationale naam heeft te verliezen. Er spelen daar ook meer zaken tegelijk en het is de vraag in hoeverre dat tot voldoende vruchtbare reflectie leidt binnen directie en bestuur van de Academie. Het onderzoeken van wat er misging in de periode dat Andeweg student was aan de KABK is één ding. Een andere zaak is niet alleen het zoeken naar de verantwoordelijken en de vraag hoe het instituut veiliger gemaakt kan worden voor de studenten. Dat is een vraag die technisch beantwoord kan worden. Er ligt echter ook een meer principiële, en daarmee een meer politieke, vraag aan ten grondslag en dat is hoe de KABK tegen het kunstenaarschap in een maatschappelijke en historische context aankijkt. Wil zij mensen afleveren die zich vrij voelen te doen waarin zij getalenteerd zijn, die redelijk op de hoogte zijn van de mogelijkheden en beperkingen van die vrijheid, en die navenant strijdbaar zijn in het verdedigen en steeds heroveren van die vrijheid? Of wil ze klinkende namen en succespakketjes afleveren?
Uiteindelijk maakt het schandaal dat alle ogen nu gericht zijn op de Haagse Academie, maar in feite geldt dit voor alle kunstonderwijsinstellingen. Andere academies kunnen menen opgelucht adem te halen dat zij nu niet zo onaangenaam in de kijker staan, maar het probleem raakt ook hen net zo hard. Het gaat er nu niet om nog meer schandalen op te rakelen, het gaat om bewustwording van het bestel waarbinnen de academies en andere kunstinstituten zich bewegen.
Dat geldt ook voor een instituut als Stroom. Stroom is een stuk kleiner dan de KABK, maar dat maakt het voor de organisatie niet gemakkelijker. Stroom is een instituut geworden dat in Den Haag tracht kunstenaars een plaats te geven die zij verdienen. Het doet dat op zowel praktische als ideële wijze. Dat de organisatie wat dat betreft lang niet altijd in haar missie slaagt, zal bepaald niet steeds op haar conto geschreven moeten worden. Kunst is te zeer een strijd die iedere dag weer aangegaan moet worden en dat zullen de medewerkers van Stroom ongetwijfeld voelen. Je kunt ook niet stellen dat Stroom onder leiding van Van Roosmalen zich niet heeft beziggehouden met de reden van haar eigen bestaan en met de aard van het kunstenaarschap en zijn vrijheden. Toch is er kritiek op Van Roosmalen, buiten de organisatie en, naar nu blijkt, ook binnen de organisatie. Dat is niet verwonderlijk bij zo’n lang mandaat als Van Roosmalen gehad heeft. Het leiderschap wordt op die manier een vanzelfsprekendheid, waarin de cultuur die de leider met zich meedraagt ingesleten raakt. Die cultuur heeft zijn positieve en zijn negatieve kanten – niemand is perfect – en die raken na enige tijd te zeer met elkaar verweven om nog onderscheid tussen beide te kunnen maken. Medewerkers binnen de organisatie raken verstrengeld in die ingesleten cultuur (sterker: dat is het inslijten van die cultuur) of zij nu meebuigen of er tegen te hoop lopen. Op die manier ontstaat er een soort “schimmel” in een instituut, die zo hardnekkig is dat ze ook niet zal verdwijnen met het vertrek van de leidinggevende. Medewerkers zijn inmiddels geconditioneerd door de situatie en hebben zich daarin een houding gevonden. Na een zo lang mandaat van de vorige leidinggevende, zal een nieuwe leidinggevende daar nog een harde dobber aan hebben wanneer deze zich niet openstelt voor de situatie. Het is het bestuur bovendien aan te rekenen dat het niet eerder heeft ingegrepen. Ook het bestuur zal zichzelf kritische vragen moeten stellen.
In de verklaring van Stroom staat: “Hoewel de recente (negatieve) media-aandacht weliswaar helemaal losstaat van het inhoudelijke karakter van het gesprek tussen bestuur en de heer Van Roosmalen en van deze beslissing, heeft dit op de organisatie Stroom vanzelfsprekend een grote impact gehad en daarmee het proces tussen het bestuur en de heer Van Roosmalen versneld.” Met andere woorden: hier was sprake van een definitieve druppel. Van Roosmalen kwam hiermee te zwaar op de maag te liggen van de organisatie en na alles waartegen al bezwaar bestond, kon hij nu niet anders dan het veld ruimen. Zoals al eerder geconstateerd, is het kwaad echter al geschied, en dat gaat over meer dan het schandaal rond Juliaan Andeweg. In het artikel van NRC van 20 november over het vertrek van Van Roosmalen wordt nog gerefereerd aan een eerdere zaak van een kunstenaar die bunzinggedrag vertoonde, waaruit zou moeten blijken dat Van Roosmalen in de Andeweg-zaak een gewaarschuwd mens was, en dat hij bovendien onvoldoende op de hoogte was van de gevoelens van zijn medewerkers. Het is de vraag waarom die feiten nu juist opgevoerd worden door NRC. Het laat misschien zien dat het geval-Andeweg niet op zich stond, maar het is de vraag of dat niet te kort door de bocht is, wanneer de krant niet met meer feiten en omstandigheden komt. In een zo kort bestek krijgt het artikel dan meer iets van een trap na, die verder geen enkel doel dient, binnen een situatie die voor niemand prettig is.
Het is overigens nog steeds een goede zaak dat de NRC in het artikel over de zaak Andeweg een gevoelig liggend aspect van de hedendaagse Nederlandse kunstwereld heeft blootgelegd. Het laat ook zien dat zelfs een zeer progressief instituut als Stroom met een directeur die met enige regelmaat via herderlijk schrijven trachtte het Haagse kunstbedrijf een hart onder de riem te steken, even zo vatbaar was voor het in stand houden van bunzinggedrag, of dat nu op grotere of kleinere schaal het geval was. De rest van de Nederlandse kunstwereld kan hieraan ook niet voorbij gaan. Schaamte en boetekleden helpen daarbij niet, zo min als dat vallende koppen de definitieve oplossing van het probleem zijn. Centraal blijft de vraag hoe je de vrijheid van kunstenaars en daarmee de inspiratie en verbeeldingskracht wil kunnen blijven garanderen, in een samenleving die steeds competitiever, oppervlakkiger en ongrijpbaarder dreigt te worden.
Daarnaast blijkt ook uit verschillende reacties hoezeer menigeen in de kunstwereld zich niet bewust was van het feit dat kunstenaars ook heel gewone mensen zijn, waaronder je, zoals overal, zeer beminnelijke en uiterst nare figuren kunt aantreffen en dat je als kunstinstituut misschien niet alleen beminnelijke maar ook nare mensen ondersteunt, misschien zelfs zonder het te willen. Maar dat ontslaat niemand van een verantwoordelijkheid daarin. Het schone is lang niet altijd het ware, zomin als het ware altijd het schone is.
Bertus Pieters
https://www.stroom.nl/paginas/pagina.php?pa_id=8040236
https://web.facebook.com/permalink.php?story_fbid=1330306217314631&id=100010057963744
https://chmkoome.wordpress.com/2020/11/23/stroom-2/
https://dagblad070.nl/Politiek/vvd-bepleit-grootschalig-onderzoek-naar-stroom
Hallo Bertus,
Inderdaad wat een moddermoeras!
En wat de problemen in de kunstwereld betreft, laten we die in ieder geval onder ogen zien en samen naar oplossingen zoeken. Die steun en saamhorigheid zijn óók de kracht van onze sector.
Groetjes,
Hildegard
Hildegard Blomâ
pers en communicatie
âpress and communication
â
[cid:image001.png@01D6C031.0CEC94D0]
[cid:image003.png@01D6C02F.88C9A2C0]
[Facebook]
[Instagram]
[Twitter]
[YouTube]
Op deze eâmail is een disclaimer van toepassing. Deze is te vinden op http://www.stroom.nl.
LikeLike
Hoi Hildegard, Ik ben ervan overtuigd, dat jullie er uit gaan komen, maar het zal vast niet zonder moeite gaan.
LikeLike
Hallo Bertus, wat een sterke, scherpe en leerrijke noties. Erg goed zeg dat je deze reactie hebt geschreven. Ik (en wij) voel me hierdoor gesteund. Ondanks alles wat er nu is gebeurd. Hartelijks! Jane
LikeLike
Dank, Jane!
LikeLike
Uitstekende, afgewogen tekst! Nu de geest ujt de fles is krijgen allerlei ressentimenten op sociale media de kans om vaak ongerichte of in ieder geval slecht of eenzijdig gerichte vuurpijlen af te steken of zichzelf in te dekken met behulp van de ranzige actualiteit. Een ander vraag die zich bij mij opdringt is: waar staan we zelf? In de kunst worden kunstenaars met een dubieuze of ronduit criminele achtergrond toch gelezen, beluisterd of gezien, vooral als er wat tijd tussen zit (overbekende voorbeelden: Céline, Cortot, Pyke Koch). De kwaliteit van hun werk lijkt dan doorslaggevend. Maar als de situatie actueel is ligt dat schijnbaar anders, dan is het te dichtbij. Ik vind dat moeilijk, als de maker van een werk zich misdraagt, is zijn/haar werk dan ook besmet? Kunst of kunstenaar, werk of persoon? En blijft iemand altijd een misdadiger, ook als hij/zij veroordeeld is en een straf heeft uitgezeten? Dat is niet de bedoeling van de rechtsstaat. Ook is iemand niet *synoniem* met de wandaad, een persoon heeft oneindig veel kanten. Het is makkelijk om aan de zijlijn te staan en mee te roepen in het koor van de verontwaardiging en het daarbij te laten. Ik heb dat zelf ook wel eens gedaan en een kunstenaar wiens werk ik bewonder laten vallen & betwijfel regelmatig (en nu komt het weer boven) of ik daarin wel juist heb gehandeld Het antwoord weet ik niet.
LikeLike
Hoi Philip, en dank. Tja, die morele kwesties. Ik heb de ervaring dat je er nooit helemaal uitkomt. Een organisatie of een instituut kan richtlijnen en protocollen formuleren. Dat moeten ze ook beslist doen en ze moeten zich er dan ook aan houden. Dat geeft ze echter niet de vrijbrief te denken dat ze het mooi geregeld hebben en dat alles dan goed zal verlopen. Protocollen op moreel gebied zijn belangrijk in het dagelijks verkeer van zo’n instituut, maar ze moeten ook de ruimte laten morele vragen steeds weer in een ander perspectief te zien en ze opnieuw te kunnen beoordelen. Dat moet omdat ieder moreel oordeel ook, als puntje bij paaltje komt, een persoonlijk oordeel is. In mijn vorige leven zat ik jaren in een commissie die keek naar dossiers van potentiële mensenrechtenschenders die asiel hadden aangevraagd, om te bepalen of ze recht hadden op maatschappelijke en juridische bijstand van de organisatie waar ik voor werkte. We gingen zelden of nooit over een nacht ijs daarin en in de meeste gevallen hadden we behoefte aan meer informatie. Wat dan bijvoorbeeld mee kon wegen was dat, wanneer iemand had deelgenomen aan schendingen of ze had gefaciliteerd, of hij of zij dan pogingen had ondernomen om daar onderuit te komen vanwege morele bezwaren, en uit welke feiten of omstandigheden dat dan bleek. En dan waren er andere morele vragen zoals: wat te vinden van de rest van de familie die met de dader is meegereisd maar geen weet had van zijn daden? Het heeft me wel geleerd dat we allemaal zowel dader als slachtoffer tegelijk kunnen zijn, dat je daarvan doordrongen moet zijn, maar dat dat je ook moet uitnodigen steeds die morele kwestie weer aan te gaan ipv haar te ontlopen. En ja, in de kunstgeschiedenis, de geschiedenis van alle kunsten, zitten we natuurlijk met een flink aantal bedenkelijke personages. Juliaan Andeweg is daar kortelings bijgekomen. Ik heb wat dat betreft het zelfde probleem als jij hebt en ik heb ook geen oplossing. Andeweg was als persoon nauwelijks serieus te nemen en ik heb ook wel aanvaringen met hem gehad. Toen de NRC met die onthullingen kwam verbaasde me dat karakterologisch niet, hoewel ik niet eerder van zijn gedragingen gehoord had. Ik vond zijn werk interessant, maar de onthullingen maken wel dat ik momenteel met een vieze bijsmaak naar zijn werk kijk. Ik geef toe, het werk zelf verandert er niet door. Sterker nog, het lijkt het enige aspect in hem waarin hij een balans trachtte te zoeken. Maar ik geef toe: ik ben een bewonderaar van Caravaggio, terwijl het nog steeds niet duidelijk is of het nu moord of doodslag was, wat hij pleegde. En je noemt de andere voorbeelden al. Het is iets waar veel kunstenaars zelf ook aan moeten wennen. Als je je werk de wereld in stuurt is het niet alleen meer van jou maar ook van de kijkers, lezers, luisteraars. In zoverre vallen persoon en kunstwerk niet langer samen. Ik kan me eigenlijk weinig of niets voorstellen waar ik principieel niet naar kijk of luister, of wat ik principieel niet lees. Dat is meer een kwestie van zin en smaak. Zo lees ik principieel de Telegraaf niet omdat ik geen zin heb om me te ergeren, maar niet omdat ik dat een voorschrift vind. Zo ben ik ook best bereid opnieuw naar het werk van Andeweg te kijken, maar nu even niet, vanwege de nare bijsmaak, niet vanwege dat ik me ervoor zou moeten schamen. Wat anders is of je de persoon daarmee tegelijk ook de hemel in moet prijzen. Momenteel vallen persoon en kunstwerk erg samen, want samen zijn zij de “branding”. Dat is m.i. wat echt fout zit en waarmee je types als Andeweg creëert. Je creëert er winnaars en verliezers mee ipv kunstenaars, vrije mensen. Ik vind daarom de onrust die er op de KABK is ontstaan belangrijker dan de strubbelingen bij Stroom. Ik vind het verhaal in de NRC over het aftreden van Arno van Roosmalen nogal aan de rellerige kant en het degradeert het eerdere verhaal over Julian Andeweg. Het verhaal dat uit de krochten wordt gehaald over de andere kunstenaar (die we in Den Haag ook wel kennen) wordt er zo verschrikkelijk onzorgvuldig bijgesleept. Bovendien gaat het om iemand die zijn straf uitgezeten heeft en in onze samenleving geldt nog steeds dat zo iemand een nieuwe kans verdient, of het nu om een jongetje of een meisje gaat.
Groet,
Bertus
LikeLike