Over leegte, lichtvoetigheid en toewijding. Graduation Show 2022; Koninklijke Academie (KABK), Den Haag
Lopend door de afdelingen Fine Arts en Fotografie, en te hooi en te gras ook door andere afdelingen, van de eindexamenexpositie van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag, ooit een bolwerk van stevige stabiliteit, viel een gevoel van een zekere leegte op. Alsof de inspiratie bij sommigen uit de lucht verdwenen was. Alsof sommige kunstenaars even uitgepraat waren of technisch noch inhoudelijk het achterste van hun tong wilden laten zien. Zeker, er was genoeg interessants te zien, hier en daar zelfs fantastisch werk – voor minder doet de KABK het niet – , maar toch…. Is het een algemene tendens? Zijn het de resultaten van een studie tijdens de coronapandemie? Is het een leegte als reactie op een volle wereld? Is het een leegte als schild tegen cynisme? Of is het gewoon even een pas op de plaats? Gelukkig stond er ook veel tegenover, waarvan gehoopt mag worden dat er in de komende jaren een vervolg op te zien zal zijn. Echt een duidelijke tendens was er niet. De grote thema’s, milieu en klimaat, sociale ongelijkheid, antiracisme, antikapitalisme, genderfluïditeit en dekolonisatie lijken – hoewel nog aanwezig – wat naar de achtergrond gedrongen. Daarvoor in de plaats komen meer eigen belevenissen, en meer introspectie zo je wil. Er is hier en daar zelfs een zekere lichtvoetigheid. Geen lichtvoetigheid in de zin van lichtzinnigheid of oppervlakkigheid, integendeel.
Neem een schilder als Menno Pasveer die ervaring heeft in het schoonmaken van vloeren en daar de inspiratie voor zijn presentatie uit heeft gehaald. Dat lijkt een pover onderwerp, maar het voorziet hem op verschillende manieren van ideeën: daar is de mens die het werk moet leveren, er zijn de schoonmaakmiddelen, maar daar zijn vooral ook de vloeren en hun oppervlakken, die van een staat van gebruiktheid teruggebracht moeten worden naar glanzende maagdelijkheid. Zo leidt de ideeënwereld van figuratie naar abstractie. Pasveer geeft zich tegelijkertijd over aan de kleuren en de verf. Zijn kleuren zijn vaak sprekend en stralend enerzijds, genuanceerd anderzijds en hij speelt met de afwisseling van dekkingskracht en transparantie van de verf. Uiteindelijk lijkt het onderwerp voor hem vooral een reden om zich over te geven aan de intense werking van verf.
Als fotograaf tracht Elizar Veerman ook het onderste uit de kan van kleuren te halen. Hij maakt documentaire foto’s en daardoor valt dat misschien niet meteen op, maar kleuren zijn in veel van zijn foto’s doorslaggevend. Het weelderig groen op heuvels, genuanceerd door het zonlicht dat er langs strijkt, en dat de achtergrond van een scène vormt; de verschillende kleuren van een object op een recreatieterrein in een doorzonwijk; het rood van schaafwonden aan de roze binnenkant van een hand, bijna achteloos contrasterend met een vage groene partij op de achtergrond; de bijna onzichtbaar wordende kleuren in de marge van de dag, slechts gebroken door enige felle accenten; de felle kleuren van shirts en broeken in de middagzon. Veerman heeft er blijkbaar een derde oog voor, vooral ook omdat de kleurwerking juist de zaken oproept die hij noemt in zijn presentatie: agressie, plezier, wonden, kwetsbaarheid, maskering, bepantsering van het ego.
Pasveer en Veerman zijn voorbeelden van kunstenaars met een liefde voor hun materiaal en medium en daar zijn zij gelukkig niet de enigen in. Ook een kunstenaar als Maarten Krol houdt zich bezig met de esthetiek van het materiaal. Zijn schilderijen bestaan in de eerste plaats uit structuur, uitgaande van het oppervlak van het linnen. Ook verf wordt door Krol gebruikt om de reactie met de textiele ondergrond. Hij laat het licht er langs strijken of hij laat het doek juist het licht in zich opnemen. Hij laat de materialen – licht, textiel, pigmenten – hun werk doen maar tegelijkertijd hebben de werken daarmee ook een sterk lyrisch element.
Bij Kai Ming Li lijkt het vakmanschap – niet alleen de liefde voor, maar ook de beheersing van het materiaal – voorop te staan. Hij laat drie technieken zien: zeefdruk, ets en aquatint, en houtbewerking. Alle drie beheerst hij die, maar de werken zijn uiteindelijk geen uitstalkast van technisch kunnen. Hij gebruikt elementen uit de leefomgeving van Zuidoost-Aziatische migranten in Nederland en brengt die samen in een soort collages. Ze worden daardoor een samensmelting van sentimenten. Wederom gaat de liefde voor het materiaal gepaard met de liefde voor het onderwerp. Wat blijft er over van de cultuur van mensen die gemigreerd zijn en hoe roepen zij zelf die cultuur op? In Veermans foto’s gaat dat vooral over een cultuur die dreigt te marginaliseren en geen anker meer biedt aan de kinderen en kleinkinderen van de migranten, bij Kai Ming Li gaat het meer om schuchtere herinneringen van details.
Een andere kunstenaar die nadenkt over de eigen cultuur is Marcos Kueh. Hij doet dat op een zonder meer overweldigende manier. Zijn presentatie is ongetwijfeld een van de meest indrukwekkende van dit jaar. Het is ook een inhoudelijk hybride presentatie. Hij heeft een groot aantal (wand)tapijten geweven op basis van motieven uit Sarawak (Maleisisch Borneo) waar hij vandaan komt. Een aantal ziet eruit als grote geweven posters die de eigenheid van zijn cultuur aanprijzen. Toewijding aan het materiaal is weer een belangrijke drijfveer, in dit geval toewijding aan textiel en het weven. Inhoudelijk tracht Kueh een weg te vinden in de postkoloniale verwarring van een land met het predicaat “derdewereldland”, wat onmiddellijk de suggestie van primitiviteit en armoede oproept; het exotische van de oorspronkelijke beeldende cultuur die op commerciële manier gebruikt wordt om het land aan te prijzen voor toerisme en investeringen, maar ook de daadwerkelijke waarde die die beeldende cultuur heeft voor de bevolking; het weven dat als een traditionele, en daarmee tot uitsterven veroordeelde techniek gezien wordt, en de rijkdom en cultuur die daarmee verloren dreigt te gaan. Kueh geeft met zijn tapijten de exotiek – beladen of niet – een nieuwe plaats in zijn cultuur, een plaats die zowel productief, reflectief als kritisch kan zijn. De kritiek die je op zijn presentatie kunt hebben – overval je publiek met zoveel materiaal dat het amper te behappen is – is dat ze wel erg doorzichtig is, maar het werkt en draagt bij aan het zichtbaar maken van zijn enorme inzet.
Aya Koné gaat terug naar de cultuur van de Dogon in Mali. In conflictsituaties ontmoeten de Dogon elkaar in een ruimte die zo laag is dat iedereen er nederig met gebogen hoofd in moet staan, een gewoonte die ook elders in de wereld voorkomt. De ruimte van Koné heeft echter geen dak, dus je kunt er in principe rechtop staan onder de blote hemel. Niettemin kijk je dan wel tegen de constructiebalken van het geheel aan, dus om te communiceren, zul je toch moeten buigen. De ruimte wordt omgeven door afbakenende zuilen, die zijn voorzien van decoraties, sommige zijn symbolen van vrouwelijkheid en vruchtbaarheid, andere zijn gebaseerd op Malinese klassieke beelden. Bijzonder daarbij is dat deze kleine communicatietempel is bekleed met mycelium, zowel levend als rottend. Ook de decoraties zijn geboetseerd uit mycelium. Hier en daar groeien zelfs zwammen op de zuilen en de decoraties. Mycelium behoort tot de omvangrijkste levende wezens in de natuur; zwammen zijn slechts een minuscuul onderdeel van het gehele groeisel. Mycelium heeft een belangrijke functie in het ecosysteem: het ruimt op en maakt opnieuw vruchtbaar. Mycelium is de stille ondergrondse motor van het leven. Als zodanig staat het symbool voor zowel continuïteit als verandering, waarmee de installatie van Koné ook verder een bezwerende functie krijgt.
Waar Koné uitzoomt, daar zoomt Nurul Ain Binti Nor Halim in. In haar presentatie toont ze hangende keramiek omgeven door muren met vensters, deurtjes en uitsteeksels. De keramische objecten zijn miniaturen van het dagelijks leven, van een vervlogen dagelijks leven, een dagelijks leven dat haar verteld is. De realiteit van nog niet eens zo lang geleden is tot mythe geworden (zoals dat gaat) en zelfs de mythe dreigt te verdwijnen wanneer ze vergeten wordt. De terracotta voorwerpjes worden zelf tot kleine mythische symbolen. De luiken langs de wanden staan open, maar ze bieden geen uitzicht.
Mythologisering werkt echter niet alleen historisch, het werkt ook onmiddellijk, nu, op het moment zelfs dat je dit leest, hoewel de mythe wel steeds een historische basis heeft. Je zou de mythe kunnen omschrijven als een voortdurend historisch misverstand, dat positief en negatief kan uitwerken. Bij criminalisering op basis van uiterlijk werkt het negatief. Fotograaf Kwadwo Amfo-Akonnor heeft er een serie foto’s aan gewijd. Sprekender is echter zijn video, waarin de eenzaamheid van het individu naar voren komt in een ruimte waarin de hoofdpersoon de enige is met een andere huidskleur. De ruimte waarin hij staat is onderverdeeld in zwart en wit, terwijl de mensen in argumenterende houdingen om hem heen draaien (als gevolg van de draaiende camera). Zij overtuigen hem van hun gelijk, naar het lijkt. Wel jammer dat deze video niet vertoond kon worden in een verduisterde ruimte. Het publiek liep er te gemakkelijk aan voorbij en dat is bijzonder jammer. Uiteindelijk leven we in een wereld waarin iedereen elkaar kan tegenkomen, maar waaraan menigeen nog niet gewend lijkt aan dat feit.
Anderen zien die samenkomst echter juist als een mogelijkheid om te ondervinden wat cultuur nu eigenlijk is en hoe ze de mensheid lokaal en globaal laat voortbestaan. Zo gaat Clara Pallí Monguilod in haar video uit van Ruisdaels Gezicht op Naarden om van daaruit verder te stappen door de ontwikkeling van de moderniteit. Uiteindelijk, via een postmoderne kunstgreep, komt de video weer terecht bij de geborgenheid van Catalonië, haar plaats van afkomst. Cultuur wordt gevormd door economische ontwikkelingen, kan erdoor de nek om worden gedraaid, maar kan ook hardnekkig blijven voortbestaan. De moderniteit van de abstractie, van het economisch denken, blijkt bovendien ook ondergraven te worden door de cultuur die geborgenheid en een thuis kan bieden. De video wordt op groot scherm vertoond en heeft de kracht de kijker in zich op te nemen, zodat je niet zozeer meeleeft met wat er op het scherm gebeurt, maar meegenomen wordt in het beeld. Tijd en culturen komen er samen.
Niya Tsenkova laat ook de kracht van cultuur zien, zelfs wanneer die van haar inhoud beroofd is. Haar installatie doet denken aan een kapel, compleet met altaar, inclusief een hekwerk dat de bezoeker op gepaste afstand houdt. Verder zijn er allerhande objecten en constructies die een zeker religieus mysterie doen vermoeden. De muren zijn gemarmerd (en zijn deels nog in aanbouw) om de voornaamheid van de plaats te onderstrepen. Objectief gezien is er echter niets dat concreet verwijst naar een bepaalde godsdienst. De objecten in de “kapel” kunnen ook kunstobjecten zijn (wat ze ook zijn) die hun esthetiek mede ontlenen aan het feit dat ze in een omgeving zijn die doet denken aan een kapel, waar ze zelf, door hun plaatsing, natuurlijk ook toe bijdragen. Want, uiteindelijk, wie zegt nu dat de ruimte waarin deze werken zich bevinden een kapel is? Uiteindelijk kunnen tentoonstellingsruimtes veel weg hebben van een kapel of heiligdom. Hun boodschap kan inhoudelijk compleet anders of misschien zelfs tegengesteld zijn aan die van een religieus heiligdom, maar als het medium de boodschap is, blijkt er weinig verschil te zijn en is er inhoudelijk zelfs misschien geen breuk met het religieuze verleden. Op die manier blijft religie toch een onderdeel van de seculiere cultuur. Ondertussen heeft Tsenkova er een aantal wonderlijke objecten mee de wereld in getoverd die het begrip cultuur een veel historischer idee geven.
Fotograaf Ed Chilton neemt je mee op een roadtrip op een motor door Cambodja. Nu ja, dat was de bedoeling, zij het niet dat er motorpech kwam. Het is daarmee een verhaal van herinneringen en momenten en vooral het vinden van een thuis ver weg van huis. Natuurlijk, hij had je ook mee kunnen nemen in een land dichter bij huis. Dat hoeft niet minder bijzonder te zijn. In een land als Cambodja speelt voor de westerse reiziger het exotische een rol. Het klimaat is anders, natuur en cultuur zijn anders. Je kunt het zien als toerisme, het op weg zijn naar wonderen, exotische schoonheid, vervulling en zelfontdekking in een tropisch land waar de mensen een hard dagelijks bestaan hebben en die dergelijke behoeftes noodgedwongen moeten onderdrukken. De confrontatie met de plaatselijke cultuur en natuur, die niet alleen maar mooie plaatjes blijken te zijn maar ook de realiteit, en de connectie die je onwillekeurig maakt met uitingen van je eigen cultuur, die je enerzijds dingen beter kan doen begrijpen, maar je anderzijds ook gevangen houdt in onbegrip, dat zijn zo de zaken die tot een prettige en uitdagende chaos in het hoofd kunnen leiden. Je zou het de mystiek van het reizen kunnen noemen, terwijl reizen overigens ook een heel aardse, energieslurpende bezigheid is. Chilton laat je glimpen van die ervaring zien in zijn foto’s en video’s.
Zo zijn er meer voorbeelden van interessant werk te geven. Hopelijk is het een kennismaking met werk waar een vervolg op komt. Hopelijk raken de kunstenaars die uitgesproken leken weer aan de praat. Misschien is de in het begin van dit artikel genoemde leegte een keerpunt, een andere manier van kunstbenadering. De toekomst zal het leren.
Nu je toch tot hier gekomen bent: blijf op de hoogte en neem een abonnement (zie rechtsboven op deze pagina)
(Klik op de plaatjes voor een vergroting)
(Alle links openen in een nieuw tabblad)
Bertus Pieters
Zie hier meer plaatjes: https://villanextdoor3.wordpress.com/2022/07/06/graduation-show-2022-royal-academy-of-art-kabk-the-hague/
Zie ook: https://jegensentevens.nl/2022/07/kabk-graduation-show-2022/
http://www.lost-painters.nl/eindexamen-expositie-kabk-den-haag-2022/
https://chmkoome.wordpress.com/2022/07/03/eindexamen-kabk-2022
https://kunstblijfteenraadsel.nl/2022/07/22/kabk-graduationshow-2022/
VILLA LA REPUBBLICA IS NIET VERANTWOORDELIJK VOOR EVENTUELE ADVERTENTIES OP DEZE PAGINA!!
Heel veel dank voor je recensie!!
LikeLike
Ha Bertus,
Dank je voor het artikel! Goed om te lezen, want ik moest de eindejaarsexpo missen. Leuke reden: op reis.
Eerst Documenta (1 groot kunstwerk, de moeite waard), toen Barcelona en nu sinds een paar dagen op mijn ondertussen vast stekkie in de natuur van Castellon om hier ongestoord (behalve door muggen, vliegen en krekels ;-)) te werken tot september.
Een fijne zomer! Tanja
>
LikeLike
Ook een fijne zomer, Tanja! En tot ziens in het najaar!
LikeLike