Alternative Art Guide, Artist-Run Network Europe, Artisterium, Barney de Krijger, Bernice Nauta, Billytown, Bram De Jonghe, C5CNM, Cristian Raduta, Elene Rakviashvili, Flux Factory, He Wei, Hgtomi Rosa, Iede Reckman, Iva Kuzmanovic, Jin Ningning, Jonas Raps, Kiki Wang, Lehna Huie, MA Project, Marc Oosting, Marija Sevic, Melle de Boer, Nabuqi, Nemanja Nikolic, Qing Qu, Quartair, Sandwich Gallery, Thijs Jaeger, Trixie, U10 Art Space, Uniarte, Yu Ji, Zhang Miao
Het verschil maken. Back To Normal, The Connection; Trixie, Billytown, Quartair, Den Haag
Back To Normal is de titel van een kunstmanifestatie die te zien is in drie locaties: Trixie, Billytown en Quartair. Het initiatief ervoor ligt bij Alternative Art Guide en Artist-Run Network Europe. Vier Haagse kunstenaarsinitiatieven, de drie die al genoemd zijn en Hgtomi Rosa, werden uitgenodigd door Alternative Art Guide om werk te tonen van de eigen kunstenaars in combinatie met dat van kunstenaars van kunstenaarsruimtes in Europa en daarbuiten. Het is een prachtig initiatief. Een experiment dat om meer vraagt en als zodanig eerder aanvoelt als een begin van iets dat verder moet groeien, dan als een eenmalige manifestatie aan het begin van de noordelijke zomer. Maar dan die titel, afgezien dat hij weinig aansprekend is, is die blijkbaar blijven steken in een provisorische werktitel. We zijn niet terug naar normaal, eerder zijn we terecht gekomen in hypernormaal of desnoods postnormaal, zeg maar gerust, de januskop van normaal. Normaal is iets wat we ons zelf wijsmaken, een dagelijkse routineuze mythe. We leven in Nederland in een periode waarin allerlei dingen na de covid-beperkingen weer mogelijk zijn: fysiek contact, manifestaties en bijeenkomsten met een onbeperkt aantal mensen, reizen etc. Met het uitbreken van de oorlog in Oekraïne lijkt de luxe van de mythe van het normale ons voorlopig niet vergund.
Wat de praktische invulling van de tentoonstellingen betreft: Trixie werd gekoppeld aan U10 Art Space in Belgrado, Servië, en 16/16 in Lagos in Nigeria; Billytown aan Sandwich in Boekarest, Roemenië, en C5CNM in Peking, China; Quartair aan Artisterium in Tbilisi, Georgië, en Flux Factory in New York (VS); en Hgtomi Rosa tenslotte aan MA Project in Perugia, Italië, en Uniarte in Willemstad op Curaçao. Hgtomi Rosa heeft geen eigen tentoonstellingsruimte en stelt daarom tentoon in Quartair. Tegelijkertijd is er in Billytown de tentoonstelling The Connection, waarin werk van Nederlandse kunstenaars gekoppeld wordt aan dat van Chinese kunstenaars van CLC Gallery Venture in Peking. The Connection opende een week eerder dan Back To Normal, en werd bij die laatste gelegenheid opnieuw ingericht. Inmiddels is de tentoonstelling in Billytown na het afgelopen The Hague Contemporary Art Weekend wederom opnieuw ingericht. Tijdens The Hague Contemporary Art Weekend, een weekeind waarin onmogelijk veel te zien is, was onder de banier van Back To Normal ook een heel programma opgezet, dezerzijds geheel gemist in verband met de eindexamententoonstelling van de Koninklijke Academie – op zich al een uitputtingsslag.
In het verband van Back To Normal is het aangekondigde werk van Sheila Chukwulozie uit Nigeria om onbekende redenen niet te zien, waardoor de Afrikaanse connectie pijnlijk ontbreekt. Daarmee is er werk van 23 kunstenaars te zien in drie ruimtes, en in het kader van The Connection bij Billytown is er werk van nog eens elf kunstenaars te zien uit Nederland en China. Bij elkaar is er dus werk te zien van 34 kunstenaars. Dat is bepaald een overvloed en dat heeft zo z’n voor- en nadelen. Je kunt het zien als een manifestatie van de kracht van kunst, gemaakt en gepresenteerd door kunstenaars van kunstenaarsinitiatieven in de wereld. De veelheid aan getoonde ideeën, stijlen en materialen is ook zonder meer een vorm van rijkdom. Wie niets liever wil dan zwelgen in die rijkdom, kan in de drie ruimtes het hart ophalen. Wie echter aandacht wil hebben voor de werken van de individuele kunstenaars heeft een probleem. Zoveel kunstenaars in slechts drie ruimtes, dat houdt in dat er van ieder maar één of twee hooguit drie werken of werkjes te zien zijn, die niet per se een idee geven van het werk van de kunstenaar, en die ook niet per se op zichzelf veelzeggend zijn. Voor de kijker werkt het voortdurend wisselen naar stijl en ideeënwereld bovendien een vorm van kunstblindheid in de hand: de individuele kunstenaar valt niet meer op, of slechts een handjevol dat toevallig aansluit bij de smaak en gemoedstoestand van de kijker, en in diens hersenen blijft hangen. Groepstentoonstellingen hebben bovendien de neiging de blik sneller te laten wisselen, vanwege het idee dat er nog ze veel te zien is.
Een aantal kunstenaars is werkzaam in meerdere disciplines. Dat houdt meestal ook een bepaalde instelling van de kunstenaar in. Het multidisciplinaire is onderdeel van diens artistieke denken en maken. Ook dat aspect krijgt in een groepstentoonstelling weinig of geen ruimte. Een prachtig en wonderlijk werk als Looking from Afar van Elene Rakviashvili (1966) in Quartair kan bijvoorbeeld uitstekend op zichzelf staan, maar Rakviashvili heeft zoveel meer te bieden aan uiteenlopend werk, inclusief video’s, dat het jammer is dat alleen dit aspect te zien is.
Hetzelfde, en misschien nog in ernstiger mate, geldt voor nog een aantal kunstenaars. Hun werk roept vragen op, die wellicht niet door meer werk beantwoord zullen worden, maar met meer werk kan wel meer sfeer en context ontstaan. Dat geldt bijvoorbeeld voor de twee intrigerende werken van Yu Ji (1985) in Billytown (in het kader van The Connection). Alleen al dat soort werken schreeuwt om een vervolg met meer verdieping. Werk van andere kunstenaars blijft zelfs uitgesproken flets, aardig om te zien, maar niet meer dan dat. Die werken zijn óf slecht gekozen, óf zij hebben meer context, meer “nestgeur” van de individuele kunstenaar nodig.
Dat een kunstwerk op eigen benen moet kunnen staan, zonder de hulp van enige context, is een eenzijdige kunstopvatting die alles wat de kijker onbekend voorkomt gemakzuchtig terzijde doet schuiven. Schoonheid is geen taal die over de hele wereld op dezelfde manier verstaan wordt. Niettemin kan een werk, hoewel ontstaan aan een ander eind van de wereld, toch dusdanig intrigeren dat het met gemak op zichzelf kan staan, mits goed tentoongesteld. Een goed voorbeeld is A view beyond space No. 2 van Nabuqi (1984) bij Billytown (The Connection). Het zou bij verkeerde plaatsing het zoveelste werk in een groepstentoonstelling kunnen zijn. Gelukkig is het nu dusdanig geplaatst dat het specifieke aandacht afdwingt. Het is, met zijn zachte kleur en eenvoudige concept, een werk dat verbazend veel ruimte om zich heen oproept.
Kijkend naar de verschillende vormen van kunst valt op dat het Chinese smaldeel, mede beïnvloed door The Connection in Billytown, de schilderkunst behoorlijk vertegenwoordigd laat zijn. In Billytown zijn in het kader van Back To Normal werken te zien van Zhang Miao (1985) en Jin Ningning (1980), en in het kader van The Connection werken van He Wei (1980) en Kiki Wang (1993). Zowel Zhang als Jin zijn overigens niet alleen maar schilders. Zhang heeft momenteel een bescheiden tentoonstelling in Museum Beelden aan Zee, hetgeen de eenzaamheid van zijn enkele werk bij Billytown behoorlijk compenseert. In de drie kleine werkjes – alle uit één serie – van Jin is te zien dat hij niet voor één stijl te vangen is.
Wat schilderwerk betreft hangt er in Trixie onder meer werk van Marija Sevic (1987). Het zijn twee kleine werken, maar fijn van kleur en melancholiek van sfeer. Ook van kunstenaars als Sevic, hoewel stilistisch eenduidiger, zou je toch graag meer werk willen zien. Dat geldt ook voor bijvoorbeeld het werk van Cristian Raduta (1982) in Billytown. Hoe zou het zijn wanneer een hele ruimte vol staat met wezens uit zijn bestiarium?
Er zijn in het kader van Back To Normal werken van acht in Nederland gevestigde kunstenaars te zien, aangevuld met nog eens zes in Billytown in het kader van The Connection. Voor wie enigszins bekend is met het Haagse kunstleven zijn daaronder ongetwijfeld een aantal bekende namen. Dat maakt dat er in de drie tentoonstellingen misschien enige vertrouwde rustpunten zijn. Het gaat immers om kunstenaars van wie je de context, de nestgeur, enigszins kent. Hun werk moet verrassen ondanks of dankzij de voorkennis die je hebt. Het kan verrassen door combinaties, zoals in Billytown een schilderij van Zhang Miao dat gebroederlijk naast een werk van Bernice Nauta (1991) hangt, of een klein werk van Melle de Boer (1972) naast de kleine serie van drie van Jin Ningning.
Sowieso is de tentoonstelling in Billytown in haar huidige vorm de meest uitgebalanceerde. De kunstwerken zijn er zo individueel mogelijk behandeld en hangen, staan en liggen in mooie combinaties. Er is zorg voor gedragen dat het ene werk het andere niet overvleugelt, ondanks het feit dat er een prettig luidruchtig (en welgeurend) werk van Bram De Jonghe (1985) te zien is, en er een monumentaal werk van Iede Reckman (1981) te zien is in combinatie met onder meer een tapijt in Sinkiang gemaakt naar ontwerp van Marc Oosting.
Trixie heeft het minder getroffen. Het meest opvallende werk is er de korte en luidruchtige maar indrukwekkende video Psychopolitics van Nemanja Nikolic (1987). Helaas overvleugelt het het veel kleinere werk van Iva Kuzmanovic (1984) dat is opgesteld in dezelfde met gordijnen verduisterde ruimte. De verduistering van een deel van de kleine maar langwerpige ruimte heeft zo z’n consequenties. Zo is Thijs Jaegers (1990) intrigerende video helaas moeilijk te zien wanneer je tegen het middaglicht in moet kijken. Toegegeven, gezien de beperkingen van de ruimte en de grote verschillen in disciplines van de kunstwerken in Trixie, is het ook moeilijk om wat anders te laten zien dan een simpele optelsom, waarbij de kunstwerken onderling weinig of geen relatie met elkaar aangaan. Des te fijner is het er wat recent werk van Jonas Raps (1992) aan te treffen. Wie zich zijn meer monumentale werk herinnert, is misschien verbaasd bij het zien van de vijf kleine, tentoongestelde paneeltjes, maar ze hebben misschien zelfs een monumentalere impact dan dat eerdere werk.
In Quartair, waar werk van de Quartair-kunstenaars, van die van Hgtomi Rosa en van de platforms uit Georgië, Italië, de Verenigde Staten en Curaçao te zien zijn, is ook moeilijk te ontkomen aan de idee van een optelsom, hoezeer er duidelijk ook aandacht besteed is aan het helder tonen van de individuele werken. Rode draad in de tentoonstelling lijkt het werk van Barney de Krijger (1943), oudgediende en ooit belangrijke aanjager in de Haagse kunstwereld. Je zou het een eerbetoon kunnen noemen. Binnen het zwart-grijs-witte idioom van zijn werk is veel te beleven over de onderwerpen, het kijken, het vastleggen en het reproduceren.
Afgezien van een tentoonstelling is Back To Normal ook een internationaal bezinningsproject over wat de kunstenaarsinitiatieven momenteel en in de toekomst ambiëren. Vandaar de idee van terug naar het normaal van vóór de covid-pandemie, of juist na het gebeurde nieuwe wegen inslaan. Dan nog zal ieder ijzig geconfronteerd worden met het feit dat “normaal” niet bestaat. Of de vragen die in de bijgaande folder bij de tentoonstellingen geformuleerd zijn ook daadwerkelijk beantwoord zijn, blijft in het midden, laat staan of daar conclusies uit getrokken kunnen worden die enigszins algemeen geldend zouden kunnen zijn. Vooral is Back To Normal een visuele ontmoeting geworden, iets waar het in de cultuur toch vooral om gaat: ontmoeting met andere kunst en andere zienswijzen. Zoals hierboven al aangegeven kan het dan echter niet bij een eenmalige manifestatie blijven. Veel van het werk maakt nieuwsgierig en er zou een volgende keer dan ook best wat ambitieuzer uitgepakt mogen worden en liefst ook voor een wat wijder publiek dan alleen de (Haagse) incrowd. Tegenargument zal ongetwijfeld zijn dat het al een behoorlijke inspanning vereiste om de huidige tentoonstellingen voor elkaar te krijgen, maar die ervaring is er dus nu. Verder zou het mooi zijn als er een volgende keer ook gebruik gemaakt wordt van de openbare ruimte. Juist de zomer nodigt daartoe uit en het is de manier om het publiek te vergroten. Het publiek mag er best kennis van nemen dat Den Haag bekend is om zijn kunstenaarsinitiatieven. Noem het de Haagse Kunstzomer of iets dergelijks en zorg dat je meer partners krijgt in de stad. Dat vereist een lange voorbereidingstijd – zoveel meer partners, zoveel meer stemmen, zoveel meer voorstellen, zoveel meer problemen – maar het maakt het verschil tussen een provinciestad en een internationale stad.
Nu je toch tot hier gekomen bent: blijf op de hoogte en neem een abonnement (zie rechtsboven op deze pagina)
(Klik op de plaatjes voor een vergroting)
(Alle links openen in een nieuw tabblad)
Bertus Pieters
Zie voor meer plaatjes: https://villanextdoor3.wordpress.com/2022/07/20/back-to-normal-the-connection-trixie-billytown-quartair-the-hague/
Zie ook: https://jegensentevens.nl/2022/07/back-to-normal-or-be-alternative/
https://chmkoome.wordpress.com/2022/07/05/trixie-x-u10-art-space/
https://chmkoome.wordpress.com/2022/07/04/back-to-normal/
VILLA LA REPUBBLICA IS NIET VERANTWOORDELIJK VOOR EVENTUELE ADVERTENTIES OP DEZE PAGINA!!
From → Artikelen, Beeldende kunst, Reviews
Trackbacks & Pingbacks
Geef een reactie Reactie annuleren
Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.
Helder verhaal Bertus. Kijk ook uit naar een vervolg. Wellicht had (senior) Henk Visch met twee werken in Billytown nog geduid kunnen worden. Alle waardering overigens voor de organisatie, hopelijk heeft het ook iets ‘opgeleverd’ voor bezoekers buiten de incrowd.
LikeLike