Spring naar inhoud

Het zij ze gegund! Graduation Festival 2019; Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten (KABK), Den Haag

10 juli 2019

Jonathan Cho

Een groot aantal studenten is weer afgestudeerd aan de Haagse Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten (KABK). Het is dan ook een hele kluif om ieders werk te bekijken. Dat geldt in meer en mindere mate natuurlijk ook voor andere academies, en degenen die meerdere instituten professioneel aflopen om de resultaten te zien, zullen er niet aan ontkomen de keus voor zichzelf bewust of onbewust zoveel mogelijk in te perken, of alleen dat te zien wat tussen al het gewoel het meeste opvalt. Daarin schuilt een gevaar van tunnelvisie. Die tunnelvisie wordt nog versterkt door de prijzen die op verschillende academies worden uitgereikt, zodat er in feite al een voorkeuze is gemaakt die, wederom bewust of onbewust, gevolgd kan worden, hoe mooi het verder ook is dat een beginnende kunstenaar een opstapje krijgt. Een andere invalshoek is de mode van het moment en de grote thema’s die velen in de greep houden, zoals daar zijn de ecologische toestand van de wereld, de ongelijke verdeling in rijkdom en armoede, kwaadaardige politieke leiders, vluchtelingen en als sub-onderwerpen identiteit, gender en ras. De kille klank van die laatste drie woorden doet je bijna vergeten dat die discussie over mensen gaat. Het opvallende in de KABK-presentatie is dat al die zaken geen nadrukkelijke rol spelen en dat door menige student eerder de humaniteit verkozen wordt boven abstracties als identiteit, gender en ras. De KABK telt veel buitenlandse studenten en het is niet vreemd dat die onderwerpen wel aan de orde komen. Dat gebeurt echter zonder te veel te vervallen in belerende clichés. Clichés zijn voor politici en marketeers, niet voor kunstenaars.

Nael Quraishi

De begrippen migratie en identiteit zijn bijvoorbeeld te plakken op presentaties als die van Nael Quraishi (1994) of van Alex Avgud (1986), maar wie dat doet, mist in feite het grootste deel van hun werk. De Brits-Pakistaanse Quraishi vertelt over een geplande familiereünie in Pakistan en je hoort hem telefoneren met verschillende familieleden in Engeland en Pakistan. De gesprekken zijn te horen tegen een achtergrond van een volgehangen waslijn. Foto’s laten het gras zien in Nederland, Engeland en Pakistan. De foto’s krijgen betekenis door het verhaal en tegelijk geven zij er karakter aan. Een van de belangrijkste uitdagingen in het leven is in je eentje te overleven, zo hoort Quraishi van een ouder familielid. Op een vreemde manier bevestigen de foto’s van het gras dat. Het werk dat Quraishi toont, is goeddeels gebaseerd op het verspreid raken van zijn familie over de wereld, jeugdsentiment en de vraag hoe hij daar zelf in past.

In jeugdsentiment schuilt ongetwijfeld ook een terugverlangen naar het eigen, puurder geachte ik. Onder anderen door migratie kan een deel van die puurheid verloren raken. Je kunt dat ook zien als een verlies van een zekere persoonlijke, heel intieme vrijheid. Iemand die vertrekt omdat zijn of haar vrijheid wordt onderdrukt, kan migreren naar een land waar die onderdrukking niet is. Niettemin kent ieder land, hoe vrij het zich ook voordoet, zijn eigen regels, wetten, normen en waarden waar de migrant geacht wordt zich bij aan te passen. Voor de ene vrijheid, lever je meer of minder van de andere vrijheid, en daarmee een deel van je persoonlijkheid, in.

Alex Avgud

De Russische Alex Avgud (1986) probeert dat met zijn foto’s bijna lichamelijk voelbaar te maken, met het besef dat de geschreven en gesproken taal over vrijheid niet zelden vervalt in nietszeggende algemeenheden. Quraishi en Avgud presenteren werk dat sterk gebaseerd is op persoonlijke ervaring en plaatsbepaling. Bij Quraishi spelen zijn jeugd en afkomst een rol in zijn persoonlijke plaatsbepaling in de wereld, bij Avgud is het de macht door anderen en door verschillende samenlevingen die invloed hebben op het individu en die daardoor eveneens dwingen tot een persoonlijke plaatsbepaling.

Co Knol

Die thematiek komt voor in meerdere presentaties waarbij het accent dan weer meer op het persoonlijke, dan weer meer op de plaatsbepaling zelf ligt. Plaatsbepaling kan ook opgevat worden als een plaats in het leven vinden. Plaatsbepaling in het leven is voor een belangrijk deel bepaald door opvoeding en ouders. Veel afgestudeerden hebben de periode waarin dat gebeurde nog niet zo lang achter de rug of zijn daar nog mee bezig (voor zover het al ooit zou stoppen). Wanneer de ouders nog in leven zijn, kan dat tot spanningen tussen generaties leiden. De communicatie is daarbij een belangrijk element en die kan soms verstoord raken. Co Knol  (1994) heeft een vorm van communicatie gevonden door het bouwen van een huis samen met zijn vader. Daarbij vervangen werkzaamheden de verbale communicatie en kunnen de twee generaties elkaar op een andere manier vinden. Het resultaat is een even nuchtere als ontroerende fotoreportage.

Stella Hyunji Kim

Soms zijn de presentaties bepaald door zeer persoonlijke gebeurtenissen. Een ingrijpende brand bracht Stella Hyunji Kim tot een aantal werken die zowel de fascinatie als de angst voor vuur bloot leggen. In een fraaie fotoserie laat ze de bijna obsessieve esthetiek van vuur zien terwijl ze in haar textielwerken de bijna tegenovergestelde esthetiek van het zwartgeblakerde laat zien. Ze maakt van vuur en blakering geen cultus of fetish. Het persoonlijke verhaal blijft op de achtergrond spelen maar wordt door de werken als het ware objectiever gemaakt.

Yukari Nakamichi

Yukari Nakamichi verwondde haar hand ernstig, wat haar weer inspireerde tot een aantal werken. De sublimering van de verwonding bepaalde haar huidige plaats als kunstenaar. Al in december vorig jaar maakte zij een installatie (in A Foreign Affair) waarin de afhankelijkheid van de handen door de bezoeker zelf ervaren kon worden in een tocht door het duister. Hetzelfde uitgangspunt (de verwonding van de hand) bracht haar ook tot de huidige presentatie, maar die is compleet anders. In een sprookjesachtige installatie wordt een mythe verteld van een koning wiens hand wordt afgebeten door een tijger. Het is een verhaal van noodlot en straf, maar ook van voortgang in het leven. Op een bijna kinderlijke manier wordt de hardheid van het leven verbeeld.

Diego Grandry

De thematiek van de hand als gevoelig onderdeel van het lichaam komt terug bij Diego Grandry in een grote installatie over de aanraking van de hand van zijn gehandicapte zus en de vorm van communicatie die dat oplevert. Die poging tot communicatie wordt omgevormd tot een installatie van monumentale proporties. Ook hier leidt een gegeven uit het persoonlijke leven van de maker tot een artistieke plaatsbepaling en als bij Co Knol wordt naar een alternatieve vorm van communicatie gezocht, waar woorden tekort schieten. Zo nuchter als dat bij Knol werkt, zo monumentaal werkt dat bij Grandry.

Nils Addink

Kunstwerken komen in het algemeen voort uit persoonlijke levenservaring, al is de kunstenaar nog zo afstandelijk. Iedere persoonlijke beslissing is nu eenmaal gebaseerd op persoonlijke ervaring (of het gebrek daaraan) en dat is in de kunst niet anders. De presentatie van Nils Addink ziet er in principe heel koel en afstandelijk uit. In een groot gepresenteerde animatie laat Addink een anonieme, geometrisch geabstraheerde figuur zwerven door allerlei onbevolkte, anonieme zalen die op elkaar lijken maar ook steeds verschillen. Nooit lijkt de bepakte en bezakte figuur zijn plaats te vinden, nergens ook laat hij zelf wat achter. Rusteloos blijft hij doorsjokken, de willekeurig verspreide, uniforme stoelen negerend. Waarom zou hij ook? Er is geen uitzicht om van te genieten of andere afleiding en alle zalen zijn even kil. Ondanks het onpersoonlijke van de animatie schuilt er een zekere melancholie in het werk die de kijker raakt. Addink noemt zich niet voor niets een digitale romanticus. Een belangrijke strategie van Addink om de kijker in het werk te betrekken is theatraliteit. Dat Addinks presentatie theatrale trekken heeft ligt voor de hand. Door zijn animatie zo groot mogelijk op de wand te projecteren, met enige attributen ervoor op de grond en met zitjes voor het publiek, kun je er als kijker eenvoudig niet omheen. Daar komt dan ook de dwalende figuur bij, met wie je je als kijker kunt vereenzelvigen.

Zahar Bondar

Er wordt in meer presentaties gebruik gemaakt van theatraliteit. Hoe moeilijk ook te definiëren is theatraliteit een uitstekende strategie om het publiek te engageren en om de communicatie heel direct te maken. Dat valt ook op in de indrukwekkende sculpturale installatie van Zahar Bondar (1992) waarin je als kijker niet alleen toeschouwer bent maar ook deelnemer. De figuren en hun houdingen kunnen bij Bondar heel direct ervaren worden. Je staat als kijker als het ware op hetzelfde niveau als de acteurs/sculpturen. Zijn beelden en de manier waarop je eromheen beweegt als kijker, dwingen niet alleen fysiek tot een plaatsbepaling maar ook mentaal. De relatie tussen kijker en beelden is een hele lijfelijke en persoonlijke.

Natasha Rijkhoff

Dat geldt ook voor de fonteineninstallatie van Natasha Rijkhoff (1992). Haar spuwers en fonteinen zijn weliswaar geen figuren, maar fungeren wel als acteurs in een geheel. Wie toegang wil hebben tot haar installatie moet door een deuropening met aan weerszijden twee (gelukkig) werkloze spuwers. De installatie heeft iets bedwelmends met het voortdurend vallende water dat hier en daar kringen veroorzaakt in de bassins waarin het valt. De waterkringen rijmen op de ronde vormen van de vruchten die als een Cézanne-stilleven op het aanrecht liggen. Het geheel is een dromerig theater dat kennelijk met veel maakplezier in elkaar is gezet.

Ziko Assink

Elders in de academie bevindt zich een andere installatie met water dat in een vijver valt, van Ziko Assink (1992). In een ronde vijver liggen knikkers. Geluid activeert een mechanisme. Nu en dan vallen er druppels in de vijver. Ze veroorzaken kringen in het oppervlak van het water boven de identieke knikkers. Het is een welhaast meditatieve installatie die de kijker meezuigt in zijn werking. Het is een klein theater, wederom zonder figuren maar met actie en geluid dat de zaak bestiert.

Ana Oosting

Ana Oosting (1985) gebruikt het theatrale van een nachtverblijf in een dierentuin of een zeer goedmoedig spookhuis. Je krijgt als bezoeker de gelegenheid in het donker met een lichtje op het voorhoofd een langzaam bewegend papieren wezen te bekijken, puur om het te bekijken. Er is geen achtergrondmuziek, er is alleen het geluid van het hangmechanisme van het wezen en van rondscharrelende bezoekers. Dat gebrek aan achtergrondmuziek is een zegen. De papieren schubben van het wezen lichten op als je er met je hoofdlantaarn tegenaan schijnt. De bezoekers worden als vanzelf stil in het donker of praten zacht tegen elkaar. Dat is wat duister en verwondering met mensen doet.

Linnéa Gerrits

De presentatie van de foto’s van Linnéa Gerrits is ook het beste als theatraal te omschrijven, zelfs met de bijsmaak van het pathetische. De foto’s zijn gebed in dikke lijsten die zijn uitgegroeid tot sculpturen of installaties (onder anderen een compleet tweezitsfauteuil) die een tegenstrijdige combinatie van introvertheid en extravertheid zijn. De foto’s lijken een soort stream of consciousness op te roepen die materialiseert in de barokke en absurde creaties rond de foto’s. Gerrits creëert een theater van de binnenkant en de buitenkant.

Boris Windmeijer

Opvallend waar het theatraliteit betreft, is ook de presentatie van Boris Windmeijer (1995), hoewel het dan eigenlijk meer om een soort anti-theatraliteit gaat. Zelfs een ideaal paard wil bij hem niet in een paradijselijke omgeving poseren en staat met zijn kont naar de kijker. En zo heeft Windmeijer meer zaken – hij is niet voor één discipline te vangen – waarin een wat onhandige overbodigheid op een licht absurde manier de boventoon voert.

Rinella Alfonso

Er valt uiteraard nog veel en veel meer te zien. Die overdaad is bepaald niet altijd een voordeel. Spectaculair werk heeft de neiging hinderlijk aandachttrekkerig te worden en onspectaculair werk heeft de neiging over het hoofd gezien te worden en zo is ook deze review gebouwd op tunnelvisie en een zekere blindheid. Maar wat zegt het allemaal over de kwaliteit die geleverd wordt? Die kwaliteit is, als gewoonlijk, weer vrij hoog. Modes en hypes gaan aan de KABK niet voorbij maar toch lijkt de huidige lichting daar weinig maling aan te hebben. Uiteindelijk zijn modes en hypes er ook om naar je hand te zetten. De grote, clichézwangere thema’s komen niet erg meer aan de beurt dit jaar, maar daar staat een prettige humaniteit tegenover. Of er namen tussen zitten die beklijven is maar afwachten, ondanks de stortvloed aan prijzen die weer op de kunstenaars in spe is neergedaald. Het zij ze gegund. De praktijk van het kunstenaarschap is weerbarstig in een wereld die eist dat iedereen een ondernemer of een onderneming is. Dat het kunstenaarschap iets is om voor te vechten, is al een paar eeuwen zo, maar dan moeten de kunstenaars wel de gelegenheid hebben dat gevecht aan te gaan door het maken van kunst. Werk moet niet verdiend worden, het moet gedaan en gemaakt worden.

Aliaksandra Puhachova

(Klik op de plaatjes voor een vergroting)

 

Bertus Pieters

Zie voor meer plaatjes: https://villanextdoor2.wordpress.com/2019/07/10/graduation-festival-2019-royal-academy-of-art-kabk-the-hague/

Zie ook: http://jegensentevens.nl/2019/07/kabk-graduation-show-2019/

https://www.lost-painters.nl/eindexamen-expositie-kabk-den-haag-2019/

http://www.mistermotley.nl/art-everyday-life/eindexamens-2019-afdruk

https://chmkoome.wordpress.com/2019/07/12/eindexamen-kabk/

 

VILLA LA REPUBBLICA IS NIET VERANTWOORDELIJK VOOR EVENTUELE ADVERTENTIES OP DEZE PAGINA!

Geef een reactie

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.