Spring naar inhoud

De magie van lijnen en tekens. The Automatic Self, Quartair; Paper Art, Helder; Het Hoogeland, Livingstone; Den Haag

29 april 2023

Momenteel zijn er in Den Haag drie tentoonstellingen waarin het tekenen en zijn afgeleiden centraal staan. In The Automatic Self (and the gifted hand) in Quartair zijn werken te zien van Rachel BaconSiem Beets, Ronny Delrue (1957), Daniel Dmyszewicz (1992), Elsa Hartjesveld (1965), Romy Muijrers (1990), Jorrit Paaijmans (1979), Jeroen Paalvast en Stefanie Scholte (1968).  In Livingstone Gallery wordt met Het Hoogeland aandacht besteed aan de 25-jarige samenwerking tussen kunstenaar Wim Biewenga (1939) en de galerie. Naast een groot aantal bijzondere tekeningen zijn er ook fantastische  schilderijen te zien van Biewenga. In Galerie Helder tenslotte worden werken getoond van Stephan van den Burg (1974), Domenique Himmelsbach de Vries (1983) en Sigrid van Woudenberg (1967). Gezamenlijk geven de tentoonstellingen een interessant inzicht in hoe tekeningen en werken op papier ontstaan, hoe ze gemaakt worden en vooral ook wat hun magie is.

Nooit zullen we erachter komen hoe mensen voor het eerst de magie van lijnen en zelfgemaakte tekens ontdekten. Het moeten meerdere mensen geweest zijn, want de lijn die de één maakt, moet door een ander begrepen worden. Zonder deelnemend publiek geen magie. Waar stond zo’n lijn? Op een lichaam? Was ze gekrast in steen of gekorven in hout? Was ze een lijn over de bodem? Als rationele eenentwintigste-eeuwer ben je misschien geneigd te denken dat het allemaal niet zo’n vaart liep met die magie en dat de eerste lijn gewoon een soort richtingwijzer was; maar als die richtingwijzer niet de magie van de betekenis bezat in een wereld waarin alleen de natuur tekens gaf, zou hij niemand zijn opgevallen. De wereld waarin de eerste betekenisvolle lijnen gezet werden, was er een vol van betekenissen. Die lijnen waren er getuigen van en bezwoeren die betekenissen of benadrukten ze, en dat is altijd aan de lijnen, strepen en krassen blijven kleven.

Vandaag de dag heeft de lijn zijn eigen plaats gekregen op de tekentafel en als zodanig wordt ze geassocieerd met papier. In China werd waarschijnlijk al vóór de jaartelling papier gemaakt, maar in Europa was de combinatie van tekenen en papier  een betrekkelijk late ontwikkeling, hoewel papier zijn voorgangers kende, zoals papyrus en perkament. Al naar gelang de kwaliteit en de structuur van de vele soorten papier die er inmiddels zijn, wordt er door een kunstenaar een ideale ondergrond gevonden om lijnen op te zetten met potlood, krijt, inkt of om lijnen op af te drukken. De getekende lijn wordt gezien als een seismografie van de menselijke geest. Iedere siddering van de hand, iedere kronkeling van een gedachte kan gezien worden in een lijn. Bij een handgetekende lijn zit je bijna bij de maker op de huid, zo is de idee. Een samenstel van lijnen, een tekening, wordt daarom niet zelden gezien als de meest persoonlijke, spontane en pure uiting van een beeldend kunstenaar. Niets is natuurlijk minder waar, want geen enkele andere manier van werken in de beeldende kunst hoeft minder spontaan of puur te zijn, of wat de mythe dan ook voorschrijft. Natuurlijk zal de ene kunstenaar het papier te lijf gaan om er het meest expressieve, en misschien ook meest persoonlijke in te wrochten. Net zo goed zijn er ook kunstenaars die trachten met zo objectief mogelijke middelen iets te tekenen dat juist boven het persoonlijke uitstijgt of zich er in ieder geval buiten bevindt.

Zo hebben Elsa Hartjesveld, Ronny Delrue, Romy Muijrers (alle drie in Quartair) en Sigrid van Woudenberg (in Helder) alle vier een behoorlijk strakke hand van tekenen. Bij hen geen persoonlijke seismografie, wel een lijn of een manier van tekenen die een zo nauwkeurig mogelijk beeld voorop stelt. In de vijf getoonde werken van Hartjesveld is de enkelvoudige lijn zelfs zo goed als verdwenen. Subtiel laat zij de verschillende schakeringen tussen het aller-diepste donker en het aller-lichtste licht het werk doen. Dat gaat zonder arceringen of krassen; het potlood en het papier staan geheel in dienst van het suggereren van rondingen en diepte met perfectionistische toewijding. Voor haar is de lijn blijkbaar te veel een vertaling van de realiteit en kan een suggestie van diepte slechts gewekt worden door schakeringen, waarbij ze toch de keuze heeft gemaakt voor blanco papier en potlood.

De idee van seismografie is misschien meer van toepassing op de tekeningen van Delrue. Het gaat dan echter niet om het weergeven van gemoedstoestanden via de tekenende hand. Het is meer dat Delrue het tekenmateriaal zelf zijn gang laat gaan. Daarmee ontstaan de ideeën als vanzelf op het papier. Delrue zorgt er echter wel voor dat die ideeën zo zuiver mogelijk worden weergegeven. Expressief gekras staat hij zichzelf niet toe, noch anderszins ongecontroleerde lijnen. Wel zijn zijn lijnen in het algemeen zoekend; zijn tekenwerk is een bijzondere combinatie van zoeken en zekerheid, in veel werken ondersteund door of juist uitgaand van kleur.

Bij Muijrers zijn de lijnen eerder nadrukkelijk artificieel te noemen. Ze doen denken aan de lijnen in cartoons of aan design uit de Flowerpowercultuur. Diepte wordt als bij Hartjesveld gesuggereerd door donker en licht maar wordt ook benadrukt door de zich verdikkende en vernauwende lijnen, hier en daar soms ondersteund door een zachte kleur. Ook schuwt ze in haar donker en licht geen arceringen of krassen. Haar tekeningen werken als doolhoven, waarin de opbollende vormen in elkaar pakken, gecombineerd met letters en herkenbare vormen. Op die manier brengt ze een veelheid van ideeën bij elkaar op een vaak heel beperkt oppervlak.

Van Woudenberg gebruikt Siberisch krijt, grafiet, pastel en kleurpotlood op papier van uiteenlopend formaat, voor een oeuvre waarin onderhand een gigantische wereld is weergegeven van innerlijkheden en uiterlijkheden, van abstracte patronen, woorden, scènes met herkenbare elementen, waarbij alles vaak draait om het hoogste licht en het diepste donker. Wit en kleur lichten vaak op uit het donker van het diepzwarte krijt, waardoor veel van haar tekeningen een soort droomwerelden lijken waarin alles zich vanuit het duister vormt. Ze maakt echter ook tekeningen waarin de achtergrond juist blinkend wit is, waarover lijnen en rondingen in kleur zich dan verspreiden. Vorm en lijn vallen bij Van Woudenberg vaak samen. Lijnen worden soms gevormd door het wit van het papier, maar worden zelden gebruikt om een contour aan te geven, tenzij dat niet anders kan. Liever gebruikt Van Woudenberg kleur of donker en licht om een vorm uit te laten komen. Er staat geen streep, geen vlek, geen detail verkeerd in Van Woudenbergs tekeningen en waar het wit van het papier een rol speelt is zelfs geen vage vingerafdruk of veeg te zien.

Zowel Hartjesveld, Delrue, Muijrers als Van Woudenberg hebben een schoon stuk papier steeds als uitgangspunt. Het papier moet leeg zijn om het zo helder mogelijk met de eigen ideeën te kunnen vullen. De kwaliteit van het papier is daarbij natuurlijk belangrijk, maar het speelt alleen een dragende rol. Er zijn echter ook tekenaars die minder scrupuleus met hun papier omgaan. Stefanie Scholte (in Quartair) gebruikt in een aantal tekeningen bijvoorbeeld papier waarin vouwen of andere oneffenheden zitten. Haar onderwerpen en formaten zijn heel uiteenlopend, maar het meest kenmerkend zijn misschien nog haar portretten. Die zijn zowel realistisch als nadrukkelijk niet-realistisch. Dat laatste wordt benadrukt door de zware contouren en de genuanceerde maar toch eenvoudige schakeringen in donker en licht. Je zou kunnen spreken van maskers in plaats van portretten, en in die zin lijkt ze de realiteit ook in haar andere werken als een masker weer te geven. De realiteit doet zich voor als een masker – en de oneffenheden in het papier dragen daaraan bij – maar wel een masker dat meer te verbergen heeft dan het eerst doet vermoeden.

Wim Biewenga (in Livingstone) gebruikt blaadjes uit dagelijkse notities van zijn vader uit de jaren dertig van de vorige eeuw. Biewenga’s vader was landbouwer op het Hoogeland, een streek in het noorden van Groningen, en hield dagelijks zaken als kosten en leveranties bij. Nu worden die blaadjes uit het zakelijk dagboek bij Biewenga het uitgangspunt voor zijn tekeningen. Biewenga gaat uit van de compositie die de notitiebladen al hebben, tekent daar soms in mee, gaat er dwars tegenin of bedekt een deel. Veel vormen die hij gebruikt doen denken aan wolken, maar lijken ook terug te kunnen gaan op landbouwwerktuigen, gewassen, akkers en de kleuren daarvan. Bij elkaar vormen ze nu niet alleen het archief van Biewenga’s vader, maar ook van zijn eigen herinneringen, zijn jeugd en associaties met een Nederland dat al bijna vergeten is. Ze omvatten een leven en daarnaast staan ze open voor de kijker om zijn/haar eigen associaties te hebben.

Was bij alle vorige kunstenaars het papier nog de drager van de tekening, bij Rachel Bacon (in Quartair) bepaalt het papier vorm en inhoud van de tekening. Bacon verkreukelt het papier eerst en bewerkt de ontstane vlakken en vlakjes dan met grafiet. Glans en diep donkere dofheid wisselen elkaar af als in een verweerde bodem. Zwarte lijnen lopen erdoorheen als zwartgeblakerde grond onder gebarsten korsten. Het ziet er ruw en robuust uit, maar in feite gaat het om delicate werkjes (en er is ook een groter werk in de tentoonstelling te zien). Je kunt het verkreukelen, het verwonden van het papier zien als een agressieve daad, waaruit daarna met de grootst mogelijke toewijding iets nieuws gemaakt wordt, waarbij de verwonding nog extra benadrukt wordt.  

Een andere manier om papier te gebruiken in een tekening is met simpel knippen en plakken. Daniel Dmyszewicz (bij Quartair) presenteert een zesluik waarin hij met verschillende technieken een letterlijk bij elkaar geplakt universum laat zien. Uitgaande van de titel van het zesluik wordt een korte ingrijpende gebeurtenis getoond en een soort oerwereld of tussenwereld die daarbij lijkt vrij te komen. Een wereld van beleving en ervaring. In het bovenste middenluik is een tekening over een geschreven notitie heen geplakt. Het grootste deel van de tekst is weggevallen, maar boven de tekening staat nog a sense of en onder te tekening eindigt de tekst met thing comes from scraps. Het lijkt een dubbele indicatie voor het gehele werk. Er is een “gevoel van”, maar hoe is dat dan te zien en te duiden? Het “komt van snippers” of “restjes”: losse gedachten die bij elkaar komen, of die juist uiteenspatten? De collagetechniek is hiermee onderdeel geworden van de inhoud van het werk.

Stephan van den Burgs werken (bij Helder) gaan veel meer over het maken van een tekening, waarbij de grens tussen collage en niet-collage in het werk zelf vervaagt. Zijn werken zijn in het algemeen vrij klein en vol van details. Die details kunnen weliswaar gebaseerd zijn op min of meer reële zaken, maar ze worden gebruikt als onderdelen van een abstract geheel en van een abstracte logica. Evenals bij Muijrers zou je bij Van den Burg kunnen spreken van doolhoven waarbij op een betrekkelijk klein vlak van alles gebeurt, echter zonder literaire of artistieke connotaties. In Van den Burgs meer recente werk worden kleurvlakjes in elkaar gedrongen, soms versmald tot lijnen. Geen vierkante centimeter van de composities blijft onbenut. De vormpjes zijn abstract en hoekig maar ontsnappen aan ieder idee van geometrie, en, hoewel er steeds veel is te zien aan vorm en structuur die in elkaar overgaan, is er geen idee van chaos.

Jeroen Paalvast, Siem Beets (beiden in Quartair), Domenique Himmelsbach de Vries (in Helder) en Jorrit Paaijmans (in Quartair) gaan weer een stap verder: zij verbinden het maken van lijnen en krassen met media die tussen de hand en het papier in zitten: film, druktechnieken, machinerie. Zo presenteert Paalvast zijn werk in drievoud: als een serie tekeningen, als een geschreven verhaal en als een film waarin het verhaal verteld wordt. Ook heeft hij een houten object gemaakt dat een deel van het einde van het verhaal inhoudt. Het is een verhaal over herinnering, over hoe in je jeugd zaken een bepaalde betekenis hebben, die in de loop van de jaren compleet kan veranderen, maar ook hoe die collectief niet alleen de interpretatie van de geschiedenis maar ook die van het heden kan veranderen. Daarbij is het onmogelijk dat je als mens in het onderzoek dat die interpretatie teweegbrengt, niet ook persoonlijk een rol speelt en daarmee de objectiviteit van het onderzoek corrumpeert.

Beets gebruikt ook film, maar ook andere media, hoewel ze alle wel gebaseerd zijn op het tekenen. Zo toont hij een grote zeefdruk op twee doeken, maar daarnaast ook een serie van twaalf “gewone” kleine tekeningen die hij heel droog wallpaper drawings noemt. Je kunt ze zien als stalen voor een behang met een zich steeds herhalend patroon. Wat dat betreft zullen er bepaald niet steeds zonnige behangetjes uit voortkomen. Eerder lijkt Beets de blik naar binnen te hebben gericht waar blijkbaar ordening, chaos, angst en esthetiek om voorrang vechten. Ook is er een animatie te zien van Beets, waarin hij de gesamplede beelden steeds voorziet van dezelfde structuur, als om greep te houden op de chaos die hij al makend dreigt aan te richten.

Himmelsbach gebruikt in zijn werk de houtsnede als tussenmedium. Hij presenteert een aantal portretten van mensen die zonder papieren over identiteit en afkomst door het leven gaan en geeft ze hiermee letterlijk een gezicht. Het project was in principe om de portretten op goedkoop papier af te drukken en in de openbare ruimte aan te plakken. Zo werden zij betekenisvolle tekens in de dagelijkse omgeving. Nu wil hij de portretten meer gewicht geven, door ze op duurzamer papier af te drukken en ze te bundelen in een leporello, een waar collector’s item. Naast dat Himmelsbach de houtsnede als medium gebruikt om ervoor te zorgen dat de verbeeldingen in vlakken en lijnen op papier komen, heeft hij aan het project verschillende kunstenaars laten deelnemen, zodat er binnen het werk ook sprake is van verschillende interpretaties, terwijl het concept op naam van Himmelsbach staat. Hoewel de hand van de kunstenaar in grafisch werk als houtsnede of zeefdruk wat meer op afstand staat en het ontstane kunstwerk niet uniek is, lijkt er met de afdruk toch een extra magie toegevoegd aan de lijn: iets wat quasi buiten de kunstenaar om is toegevoegd door het afdrukken.

Nog een stap verder is het om een machine te maken en die te laten tekenen. Nu gebeurt dat natuurlijk al. Computerprogramma’s zijn verantwoordelijk voor menige tekening, met name ontwerpen voor van alles, van keukengerei tot hele gebouwen. Ook quasi-kunstwerken worden ermee gemaakt, compleet met een virtuele kunstenaarsnaam, waarbij je je kunt afvragen of daar juist het computerprogramma het kunstwerk is, en niet het uiteindelijke resultaat. Een computerprogramma is echter geen zichtbaar mechanisme. Jorrit Paaijmans maakt mechanismen om het tekenen weer aanschouwelijk te maken. Hij laat zien hoe het mechanisme van de magische lijn werkt door er een machine voor te maken. Die machines zijn zo belangrijk als de resultaten die ze teweeg brengen, in feite zijn ze zelfs belangrijker. Zijn machines zijn sculpturale constructies geworden die een eigen leven lijken te leiden, terwijl er toch geen sprake is van kunstmatige intelligentie. Tegelijk vormen zij een onmisbaar onderdeel van het geheel van de tentoonstellingen.

Natuurlijk zijn de drie tentoonstellingen niet bedoeld om elkaar aan te vullen, maar in de praktijk gebeuren dat soort dingen. Alle drie de tentoonstellingen zijn met zorg gemaakt en hebben hun eigen sfeer. Wie ze echter alle drie bezoekt, merkt dat er veel meer te zien is dan de som der delen, en ziet bovendien dat de magie van de lijn en het teken nog steeds werkzaam is.

Nu je toch tot hier gekomen bent: blijf op de hoogte en neem een abonnement (zie rechtsboven op deze pagina)

(Klik op de plaatjes voor een vergroting)

(Alle links openen in een nieuw tabblad)

Bertus Pieters

Zie voor meer plaatjes: https://villanextdoor3.wordpress.com/2023/05/02/the-automatic-self-and-the-gifted-hand-quartair-the-hague/

https://villanextdoor3.wordpress.com/2023/05/02/stephan-van-den-burg-himmelsbach-sigrid-van-woudenberg-paper-art-helder-galerie-helder-the-hague/

Zie ook: https://chmkoome.wordpress.com/2023/04/16/zaterdag/

VILLA LA REPUBBLICA IS NIET VERANTWOORDELIJK VOOR EVENTUELE ADVERTENTIES OP DEZE PAGINA!!

Geef een reactie

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.