Spring naar inhoud

Zweven tussen drie tentoonstellingen. Hilma af Klint en Piet Mondriaan: Levensvormen, Kunstmuseum; Tai Shani: Our Hieromantic Objects of Love, KM21; Cycle, Portal, Path, Nest; Den Haag

8 december 2023

In tijden van ingrijpende veranderingen en de crises die daarmee gepaard gaan, zijn verschillende reacties in de samenleving te onderscheiden. Ze zijn moeilijk te categoriseren, maar misschien het makkelijkst te duiden in tegenstellingen: het terugtrekken in het innerlijk tegenover het vieren van het uiterlijk; een hardnekkig geloof in het ongrijpbare en geestelijke als vluchtheuvel dat zich isoleert tegenover een even hardnekkig geloof in oplossingen in ratio en realiteit; een besef van de instabiliteit van alle zekerheden tegenover een drang naar vaste normen en waarden; het geloof dat het verloop der zaken bestierd wordt door iets dat boven alles in de wereld staat, tegenover het geloof dat alleen de mens daadwerkelijk verantwoordelijkheid voor geschiedenis, heden en toekomst kan nemen, en zo meer. Wie dit leest zal zichzelf misschien onwillekeurig een plaats geven in steeds één kant van de tegenstellingen, maar reëler zijn misschien degenen die zich niet willen vastleggen in de ene of de andere categorie. Sterker, wie eerlijk is, ontwaart de tegenstellingen in zichzelf en dat kan leiden tot een volgende tegenstelling: het zwelgen in de melancholie van verwarring en verscheurdheid tegenover het zoeken naar een balans tussen de tegenstellingen. Uiteindelijk zijn al deze tegenstellingen terug te voeren op een basistegenstelling: doodsbesef tegenover levenswil. Die tegenstelling is uiteindelijk complementair want de levenswil is een soort levensverzekering tegen de eindigheid van het leven. Dat lijkt zich te weerspiegelen in de natuur en alle zaken om ons heen: dood en eindigheid als voorwaarden voor het voortbestaan.

Hilma af Klint, Kunstmuseum

Het weerspiegelt zich in ieder geval in drie tentoonstellingen in Den Haag die onderling gerelateerd zijn: Hilma af Klint en Piet Mondriaan: Levensvormen in het Kunstmuseum, Tai Shani: Our Hieromantic Objects of Love in KM21 en Cycle, Portal, Path in Nest. Uitgangspunt is daarbij de tentoonstelling in het Kunstmuseum. Hoewel die evenveel aandacht tracht te besteden aan Hilma af Klint (1862-1944) als aan Piet Mondriaan (1872-1944) is Af Klint duidelijk de motor van de beide andere tentoonstellingen. Ze lijkt ook een aanleiding om in het Kunstmuseum Mondriaan weer van stal te halen. De presentatie in het Kunstmuseum is naast een esthetische vooral een kunsthistorische. Ze laat uitgebreid geanalyseerd en deels ook gedocumenteerd zien hoe Af Klint en Mondriaan beiden in de periode voor de Eerste Wereldoorlog vanuit hetzelfde intellectuele vacuüm tot de voor hen ieder kenmerkende maar heel verschillende stijlen kwamen. De makers van de tentoonstelling zijn bepaald niet over één nacht ijs gegaan. Levensvormen is uitstekend voorbereid en bestudeerd en heeft daarmee de bezoeker veel historische en zo nodig actuele inzichten te bieden. Er valt moeilijk te ontkomen aan parallellen tussen de periode waarin Af Klint en Mondriaan artistiek gevormd werden en het huidig tijdsgewricht. De revolutionaire en elkaar snel opvolgende ideeën, vindingen en gebeurtenissen op het gebied van wetenschap, techniek, politiek, kunst, filosofie en samenleving mondden uiteindelijk uit in de ramp van de Eerste Wereldoorlog. Alsof Europa haar eigen zaken allemaal niet meer kon bijhouden en de veranderingen tot een kookpunt waren gekomen, sloeg alles om in barbarij. Wederom leven we in onzekere tijden waarin veranderingen elkaar snel opvolgen en de samenleving dwingen voortdurend zichzelf opnieuw uit te vinden. Dat vreet duidelijk mentale energie in de maatschappij. De eerder genoemde reacties op de crises zijn weer overal te merken, zowel in de onderbuik van de samenleving als op intellectueel niveau.

Piet Mondriaan, Kunstmuseum

Die hedendaagse reflecties komen meer tot uiting in KM21 en Nest en dan vooral in KM21. Tai Shani (1976) verbindt verleden, toekomst en het spirituele met het hedendaagse bestaan. De tentoonstelling in Nest is wat dat betreft afstandelijker; de realiteit en actualiteit liggen daar meer verborgen onder verschillende lagen van spiritualiteit. Een en ander is ook te zien aan de inrichting van de drie tentoonstellingen. Het Kunstmuseum richt zich meer op het kunsthistorische, het vertelt een geschiedenis, geconcentreerd op twee kunstenaars maar in het licht van een wijder panorama met meerdere personen, kunstenaars en ideeën. Zo komt in het museum onder meer ook een kunstenaar als Jacoba van Heemskerck (1876-1923) zijdelings aan de orde. Het museum deelt in in categorieën of hoofdstukken zoals musea plegen te doen, en legt verbanden waar ze op het eerste gezicht misschien niet lijken te zijn. Daarnaast is er een veelheid aan beelden te zien die de kijker onderdompelen in de ontwikkeling van de esthetiek van beide kunstenaars. Kortom, het Kunstmuseum doet waar het voor is. In de wandteksten gaat het museum maar één keer echt buiten zijn boekje: in de schilderijenserie De zwaan van Af Klint die gekwalificeerd wordt als “een van de indringendste”. Dat zijn nu precies de zaken die je als kijker voor jezelf wel kunt uitmaken. Goed getroffen is Af Klints serie De grote tien in een aparte ruimte. Opvallend is ook hoe goed met name de klassieke Mondriaans uitkomen in de tentoonstelling; toch werken die gewoonlijk tot het vaste repertoire van het museum horen en in het algemeen ter kennisgeving kunnen worden aangenomen of ten overvloede met de haren erbij gesleept worden.

Tai Shani, KM21

De tentoonstelling van Tai Shani in KM21 is vergeleken bij die in het Kunstmuseum een toonbeeld van hermetiek. Alleen al het woord “hieromantic” in de titel, dat in het Nederlands niet gebruikt wordt en zelden in het Engels, schept een nadrukkelijke afstand. De tentoonstelling lijkt alleen welkom voor mensen die zich niet geïntimideerd voelen door de titel. In het kort is hiëromantiek de voorspellende kracht van objecten, relieken en offerandes in tempels en andere heilige plaatsen. Daarmee is het hermetische van de tentoonstelling meteen verklaard. Het dwingt de werken op een spirituele manier te benaderen als in een kerk of tempel. Dat verbreekt niet overal het hermetische van de presentatie, want het blijven objecten van een vreemd genootschap, hoezeer ze zich ook trachten open te stellen voor de bezoeker en hoezeer ze soms ook niet vrij van ironie zijn. Dat is echter ook onderdeel van hun charme. Our Hieromantic Objects is ook min of meer ingedeeld als een tempel, met een inleidende voorhof, vervolgens twee semi-ruimtes met objecten op tapijten en tenslotte een video van maar liefst een uur. Afgezien dat die video een hele zit is, is hij helaas bepaald niet op alle fronten geslaagd. De beelden zijn heel afwisselend qua cultuursfeer, ideeën en techniek, af en toe prachtig met de min of meer te verwachten afwisseling tussen het kosmische, het aardse, de liefde, het leven en de dood, alles met een vleug feminisme en antikapitalisme, maar ze bieden niet steeds voldoende spanning om de aandacht te behouden, laat staan de kijker continu in zich op te nemen. Daarbij worden beelden en soundscape vooral gehinderd door al te poëtisch bedoelde teksten en door een ondertiteling die een enorm storend element in het beeld is. Waar in de rest van de tentoonstelling de beeldtaal op zichzelf staat, is de taal in de video eerder een bijkomend en soms zelfs storend vehikel. Maar goed, het esoterische neigt nu eenmaal steeds naar edelkitsch en het is blijkbaar niet te voorkomen dat die grens hier en daar overschreden wordt.

overzicht, Nest

Toch kan juist die grens de spanning ook opvoeren zoals blijkt in de tentoonstelling in Nest. Sowieso is Cycle, Portal, Path vervat in een architectonisch staketsel van Remco Osório Lobato (1977) dat de presentatie al de meest bijzondere van de drie maakt. Daarbinnen en daarlangs zijn werken te zien van zowel nuchtere als meer zweverige spiritualiteit. Osório Lobato’s aankleding is vrij gebaseerd op ideeën van Af Klint over een tempel voor haar eigen werken, waarvoor ze spiritueel opdracht zou hebben gekregen. Hij heeft daarbij niet de spiraalidee gevolgd van Af Klint maar wel de rondingen. De ruimtes zijn gevormd als lobben of bloembladen in verschillende zachte tinten. Zichtlijnen zorgen voor de onderlinge samenhang van de ruimtes die tegelijk ieder hun eigen sfeer hebben. Osório Lobato heeft een uitstekend gevoel voor de mogelijkheden en boetseerbaarheid van ruimte en hoe de bezoeker er zowel met het oog als fysiek doorheen dwaalt. Het resultaat is een prettige meervoudige ruimte die de tijd doet vergeten, en waarbinnen je je op je gemak kunt voelen en verrast kunt worden door bijzondere zaken. In het algemeen zijn de transformaties van de vaste ruimte in Nest zo afwisselend en geslaagd dat andere presentatieruimtes – inclusief KM21 – er een puntje aan kunnen zuigen, maar dat terzijde.

Buhlebezwe Siwani, Nest

Ook in Nest is videokunst vertegenwoordigd en wel met drie werken: de twee korte werken The Plastic Ratio en Heart Song van Molly Palmer (1984) en het langere AmaHubo van Buhlebezwe Siwani (1987) dat qua geluid ook de hele tentoonstelling beheerst. De twee werken van Palmer hebben geen gesproken tekst, zijn heel beeldend en wijzen zichzelf daarmee de weg. AmaHubo heeft wel tekst, in het Engels en in het Zoeloe. Flarden Engels zijn verstaanbaar en dat zal voor degenen die het Zoeloe machtig zijn ook gelden voor die taal. Er is geen ondertiteling, maar hinderlijk is de taal hier niet. Ze draagt eerder bij aan het bezwerende van het geheel en vloeit daarmee als vanzelf in de beeldtaal. Het geluid van AmaHubo dringt ook door in de andere ruimtes en vormt daarmee samen met de ruimte-indeling een bepalend en verbindend element voor de gehele tentoonstelling. In Cycle, Portal, Path zijn werken van elf kunstenaars te zien, naast werken van Osório Lobato, Palmer en Siwani, ook werken van Loie Hollowell (1983), Kyara van Meel (1999), Jochem Mestriner (1998), Katja Novitskova (1984), Emma Talbot (1969), Jennifer Tee (1973), Johanna Unzueta (1974) en Ulla Wiggen (1942). Het heldere begeleidende essay van mede-tentoonstellingmaker Eva Burgering heeft als titel Sporen van het onzichtbare, wat als ondertitel voor alle drie de tentoonstellingen kan gelden. Nu gaat het in de beeldende kunst steeds om het zichtbaar maken van wat onzichtbaar geacht wordt: met het kunstwerk worden de verbeeldingskracht en het esthetisch gevoel van de kijker uitgedaagd, zaken die van zichzelf geen vorm hebben. Dat wat concreet zichtbaar is in het werk wordt door de beschouwer omgezet in beleving en gewaarwording, waardoor het werk komt te staan voor iets wat in wezen onzichtbaar is.

In het geval van Siwani gaat dat gepaard met aan ritueel verwante performance waarbij het landschap en de bewerkte zowel als onbewerkte aarde maar ook heden en verleden een rol spelen. Siwani vat haar rol als kunstenaar mede op als die van sangoma. Ze is daarbij bovendien de enige Afrikaanse en zelfs niet-Westerse stem in het geheel. Niettemin is die doorspekt van het door de Europese kolonisten opgelegde christendom. Ieder deel van de video wordt beheerst door een citaat uit een psalmtekst (in het Zoeloe), met als elementen ondermeer lofprijzing, gebed tot bescherming tegen vijanden, onderlinge liefde, en het kwaad in de mens. Psalmen zijn in het algemeen gezangen van een rotsvast, onsplijtbaar geloof die hier in beeld en gesproken woord vermengd worden met zowel hun onderdrukkende kracht als een terugverlangen naar de eigen Afrikaanse spiritualiteit. De psalmcitaten worden daarmee bezweringen van het geloof waar ze uit voortkomen en hulpmiddelen om de onderdrukte eigenheid terug te vinden. Een scherpe tegenstelling lost zichzelf daarmee als het ware op met instandhouding van alle pijn die ermee gepaard is gegaan en nog steeds gaat.

Hilma af Klint, Kunstmuseum

Terug naar het Kunstmuseum en Hilma af Klint en Piet Mondriaan. Beiden werden beïnvloed door de op zijn zachtst gezegd nogal zweverige ideeën van theosofie en antroposofie (die uit de theosofie voortkwam). Beide waren parareligeuze en pseudowetenschappelijke stromingen die een spirituele waarheid trachtten te vinden boven de snel voortschrijdende resultaten van de rationele wetenschap en veranderende dagelijkse realiteit. De vermenging van de begrippen waarheid en realiteit kreeg daarmee een eigen dynamiek. De tentoonstelling in het Kunstmuseum laat zien hoe deze en dergelijke ideeën het uiteindelijke aanzien van beider kunstenaars werken beïnvloedden en hoe dat resulteerde in twee totaal verschillende stijlen. Mondriaans stijl, het neoplasticisme, is daarvan de meest bekende geworden, baanbrekend in het herleiden van de realiteit tot verticaal, horizontaal, zwart, wit, grijs en de primaire kleuren.

De abstractie van Af Klint is qua resultaat van een heel andere aard. Die wordt eerder geleid door al dan niet occulte symboliek, waarbij vormen, woorden en kleuren geleid worden door spirituele, symbolische waarden. Hoewel bij Mondriaan de woorden ontbreken, is dat bij hem op een vergelijkbare manier gegaan. Echter hebben bij Mondriaan de vormen en kleuren hun betekenisvolle symbolische waarden verloren. Misschien hadden ze die voor Mondriaan zelf nog wel maar voor de hedendaagse kijker zijn die van vrijwel geen belang. Zo zullen weinigen nog bereid zijn de symboliek van het mannelijke en het vrouwelijke te zien in de verticalen en horizontalen van Mondriaan. Als gedachte-experimenten van artistieke intuïtie maken zijn werken daarvoor al voldoende overvleugelende indruk. Bij Af Klint blijft die symboliek echter nadrukkelijk overeind. Hoezeer ze ook abstraheert, haar vormen en kleuren blijven symbolisch. Dat maakt haar werken tot op zekere hoogte tot rebussen en dat laat aan de beschouwer weinig voorstellingsvermogen. Dat geldt vooral voor haar schilderijen. Haar tekeningen laten meer over aan de kijker. Ook De grote tien, hoezeer ook gedreven door symboliek, maken enige indruk. Dat zal ook komen door hun monumentale formaten en de bijbehorende monumentaliteit van hun aanpak, nog afgezien van de uitstekende presentatie in het Kunstmuseum. De grote formaten hebben Af Klint ongetwijfeld gedwongen meer na te denken over de verhoudingen binnen haar werken. In het algemeen getuigen haar schilderwerken echter niet van een wil om met verf tot bepaalde ideeën te komen. Het medium van de verf lijkt haar nauwelijks te interesseren. Mondriaan kun je tussen de lijnen, vlakken en kleuren nog zien improviseren; je ziet hem nog met verf zijn ideeën aanpassen, je ziet hem de verf gebruiken als medium.

Dat gold voor Af Klint blijkbaar niet. In haar tekeningen had ze daar minder last van. Haar grote interesse in planten en wiskunde – die in haar spirituele ideeën ook een belangrijke rol speelden – hadden blijkbaar een betere weerklank in de intimiteit van papier en tekenmaterialen. Toch is dat op zich opvallend, want als studente was ze geen ongetalenteerde schilder, die wel degelijk de waarde van verf kende en aanvoelde. Daarvan zijn voorbeelden te zien in Levensvormen. Schijnbaar wees het spiritisme haar een andere weg in de schilderkunst. Die wees haar in ieder geval de weg naar abstractie. Velen na haar bewandelden de weg naar abstractie via theosofie, antroposofie en andere spirituele en esoterische ideeën. Het essentialisme van het modernisme kreeg daarmee dan ook een belangrijke nevenstroming waarin essentie eerder in waarheid (of wat daarvoor doorging) lag dan in de aardse materialiteit van de kunst zelf, of in de realiteit van het leven.

Hilma af Klint, Kunstmuseum

Af Klints De grote tien werden in het begin van de vorige eeuw geschilderd in een spiritistische opdracht voor een tempel, waarvan Af Klint zelf ook nog nauwelijks enig idee had waarvoor die dan precies moest dienen. Die spiritistische opdracht is op zich natuurlijk saillant, maar verschilt in feite niet van de goddelijke geleiding van de hand van icoonschilders en de absolute overgave die het maken van een kunstwerk kan vereisen. In ieder geval werden de werken niet geschilderd om simpel aan de wand te hangen in een willekeurig huis of museum. Ze kunnen gezien worden als altaren die doel en harmonie van de verschillende levensfasen van de mens voorstellen en daarmee het zich steeds ontwikkelende leven.

Tai Shani, KM21

Zo zijn de hiëromantische objecten van Tai Shani ook bedoeld ter contemplatie van aspecten van het leven en dan met name de liefde. Ze staan opgesteld op fraai bedrukte tapijten en lijken enerzijds de wonderkracht van relieken uit te dragen, maar zijn anderzijds zo aards en vreemd dat ze uitnodigen om aan te raken. Dat laatste mag uitdrukkelijk en begrijpelijkerwijs niet, toch lijkt dat nu juist het enige dat in dit verband ontbreekt; immers, relieken zijn er om aangeraakt, of in ieder geval van heel dichtbij gezien te worden. In lijn met de tentoonstellingen willen ze bovendien verheffen naar een meer omvattende ideeënwereld die reikt tot voorbij de simpele troost van een hiernamaals. Het sublieme, de pijn en de wonderen van de liefde worden vervat in een geheel van uiteenlopende zaken, objecten, bollen, herkenbaar, misvormd, onherkenbaar en ook abstract. Abstractie en herkenbaarheid lossen er in elkaar op. De dood duikt er in op, de tweeslachtigheid van zaken, er zijn bloedige spijkers, er is liefde voor de doden en de levenden, een miniboek van de liefde, er is de ontroering en het vreemde. Naast de spijkers zijn er parels, zeepbellen en verleidelijk zacht textiel. Inclusief de uurlange film My Bodily Remains, Your Bodily Remains, And All The Bodily Remains That Ever Were, An Ever Will Be (het tijdperk van de langdradige titels raakt maar niet aan zijn einde) laat Our Hieromantic Objects Of Love je geruime tijd in een niemandsland. Een niemandsland dat, ondanks dat menig onderdeel over-the-top is en mede door het virtuoos vermengen van het sacrale en banale, de bezoeker misschien genoegen, verwondering, reflectie en mogelijk zelfs ook enig vertrouwen geeft om boven de realiteit en de oprukkende dystopie van alledag te staan.

Kyara van Meel, Nest

Hoewel in Our Hieromantic Objects verleden en toekomst met elkaar in verbinding staan, is er geen nadrukkelijke verwijzing naar een dystopie. Nadat in het begin van deze eeuw “verontrustende” kunst erg in de mode was, is die de laatste jaren vervangen door “dystopische” kunst. Nu de dystopie dan daadwerkelijk in de lucht zit, lijkt het spirituele en het sacrale in de kunst juist weer aan kracht te winnen. Het modieuze dystopische in de kunst lijkt over zijn hoogtepunt heen te zijn. Het is natuurlijk ook nogal aan de perverse kant dat hier de dystopie gevierd zou worden terwijl mensen elders in de wereld geen keus hebben dan erin te leven en te sterven zonder hoop of troost. Of misschien is die tegenstelling juist ook het kenmerk van de ware dystopie. Hoe dan ook, een nieuwe generatie zal het ermee moeten doen en erop moeten voortbouwen.

Tot die nieuwe generatie behoren Kyara van Meel, in 2022 afgestudeerd aan de KABK, en Jochem Mestriner, in 2021 afgestudeerd aan de HKU, wier werken te zien zijn in Cycle, Portal, Path. De schilderijen van Van Meel lijken momentopnames van metamorfosen. Niet dat het één er in het andere verandert, het lijkt eerder een proces van constante verandering, waarin kleuren, vormen en lijnen, licht en donker meegetrokken worden. In de tentoonstelling heeft Van Meel haar twee schilderijen uitgebreid met groeisels van houtskool. Bovendien fungeren de schilderijen nu als zijluiken van een drieluik met in het midden een ter plekke gemaakte houtskooltekening, met beide handen als het ware rechtstreeks vanuit het lichaam getekend. De drie schilderijen van Mestriner lijken nog het meest op scènes op de zeebodem of groeisels op en onder de bodem. In een “normaal” stilleven krijgen de voorwerpen hun vaste definitieve gestalte, terwijl bij Mestriner vormen en omgeving steeds op het punt staan zich verder te ontwikkelen, terwijl ook het licht ieder moment zou kunnen veranderen. Evenals bij Van Meel lijken het momentopnames die niettemin nadrukkelijk gemaakt zijn met het materiële en fysieke van de verf. Daarbij zijn de schilderijen van Mestriner wel ruimtelijker en tegelijk compositorisch meer gebonden aan het kader van de doeken.

Het is mooi dat werken van beide jonge kunstenaars hier nu te zien zijn in een groter verband, met meer generaties en nationaliteiten en dat zij mede een rol spelen in het grotere verhaal van de drie tentoonstellingen. Misschien nodigen zij daarmee mede uit het verhaal van ons wankel tijdsgewricht te nuanceren, de tegenstellingen nader op te heffen en een houding te vinden tegenover de maalstroom van radicale en barbaarse gebeurtenissen die de tegenstelling van leven en dood weer op scherp zetten.

Jochem Mestriner, Nest

Bertus Pieters

Zie voor meer plaatjes: https://villanextdoor3.wordpress.com/2023/12/09/cycle-portal-path-nest-the-hague

https://villanextdoor3.wordpress.com/2023/12/12/tai-shani-our-hieromantic-objects-of-love-km21-the-hague

https://villanextdoor3.wordpress.com/2023/12/12/hilma-af-klint-piet-mondrian-forms-of-life-kunstmuseum-the-hague

Zie ook: https://www.lost-painters.nl/kunstmuseum-den-haag-hilma-af-klint-piet-mondriaan-levensvormen

Nu je toch tot hier gekomen bent: blijf op de hoogte en neem een abonnement (zie rechtsboven op deze pagina)

(Alle links openen in een nieuw tabblad)

(Klik op de plaatjes voor een vergroting)

VILLA LA REPUBBLICA IS NIET VERANTWOORDELIJK VOOR EVENTUELE ADVERTENTIES OP DEZE PAGINA!!

Geef een reactie

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.