Spring naar inhoud

Jon Rafman, Julien Levesque, Paolo Cirio en Google: Van Street View naar Street Art

26 september 2012

Hoewel fotografie eigenlijk al vanaf haar prille begin een artistieke waarde heeft, lijkt het medium er in zijn gebruik steeds toe bij te dragen dat het die waarde niet heeft. Maar niets is minder waar. De artistieke mogelijkheden van de fotografie zijn schier eindeloos. Het idee dat een foto een redelijk objectieve weergave van de werkelijkheid zou zijn, draagt daartoe bij. Onderhand weten we allemaal dat de werkelijkheid in een foto gemanipuleerd kan zijn en zelfs al gemanipuleerd is door het maken van die foto. Maar het is net of de objectiviteits-factor daardoor juist een grotere rol gaat spelen.

Foto’s blijken ook altijd meer te zeggen dan op het eerste gezicht lijkt. Een simpel en weinig professioneel genomen vakantiekiekje met wat lachende familieleden erop laat meestal al wat anders zien dan men in de realiteit daadwerkelijk op dat moment beleefd heeft en er staan sowieso dingen op die niet gezien zijn toen de foto werd gemaakt. Er staan bijvoorbeeld vreemde mensen of voorbijgangers op, soms alleen maar een arm of een been van zo’n figurant. Of de poserende familieleden staan juist op een vreemde manier te kijken of ongemakkelijk te poseren. En ook technische zaken als onder- en overbelichting, een schuine horizon en bewogenheid manipuleren het beeld van de werkelijkheid. Al die elementen geven zo’n foto een bepaalde leesbaarheid en een bepaald karakter.

Van een professionele fotograaf wordt verlangd dat hij al dit soort amateurfouten niet maakt en dat hij de werkelijkheid op het plaatje zodanig manipuleert dat ze weer acceptabel wordt voor de kijker. En dat laatste zegt alweer voldoende: de werkelijkheid manipuleren zodat ze acceptabel wordt voor de kijker. Daarmee zegt een foto vooral twee dingen: hij zegt iets over de fotograaf en hij zegt iets over dat wat op de foto te zien is. Pas in de tweede plaats zegt de foto iets over de werkelijkheid die voor het oog van de camera was.

Bij een verschijnsel als Google Street Viewzou je het omgekeerde verwachten. Daar gaat het toch wél om de werkelijkheid die voor het oog van de camera was? Dat is misschien wat gesuggereerd wordt, maar het is uiteraard niet waar. Wat Street View in feite doet, is een reconstructie maken van het stuk van de wereld waar de Street View auto’s doorheen zijn gereden. En een reconstructie kan nooit het origineel zijn. Zeker in het geval van fotografie gaat de reconstructie altijd een eigen leven leiden naast het origineel. En daar komt dan meteen een nieuwe factor bij: een reconstructie kan alleen ná het authentieke moment gemaakt worden. Daarmee wordt het dus naast een reconstructie, ook een herinnering.

Reconstructie en herinnering zijn twee factoren die altijd een rol spelen in fotografie. De ene keer treden zij meer op de voorgrond dan de andere maar ze zijn steeds bepalend. En ze zijn niet alleen bepalend voor wat er op het plaatje komt te staan maar ook voor hoe wij kijken naar een foto. Immers, we weten dat datgene wat we zien met Street View er op het moment dat wij kijken niet meer zo uitziet: het uur van de dag is anders, het weer is anders, het seizoen is anders, de getoonde mensen, dieren en vervoermiddelen zijn er niet meer.

Google belooft dat we met Street View grote delen van de wereld kunnen verkennen, maar in feite is dat natuurlijk onzin, afgezien dat je duizelig zou worden van het op een dergelijke manier verkennen van de wereld. Je kunt met Google Street View alleen Google Street View verkennen. En inderdaad, de wereld van Street View blijkt een parallelle wereld die in veel aspecten op die van ons lijkt. Google zegt de wereld dichterbij te brengen, maar in feite brengt het de wereld verder van ons vandaan. Of misschien is het zelfs beide. Je kunt een deel van de wereld waar je nooit eerder geweest bent, verkennen met Street View en er zullen je dingen opvallen, je zult dingen zien waarvan je het bestaan misschien niet wist, maar tegelijkertijd zul je weten dat je niet op dat moment op de plek bent die je digitaal aan het verkennen bent, dat de wereld er in het echt anders uitziet en zo verdwijnt de gewaande wereld als een fata morgana, terwijl je tegelijk nog zit te verkennen in de wereld van Street View. De onbekende plek blijft je wezensvreemd. Het is een herinnering aan waar je nooit geweest bent. En verder kun je constateren dat ook een foto van Street View in de eerste plaats iets zegt over de fotograaf en iets over dat wat op de foto te zien is. De fotograaf, Google, wil je in een wereld laten verkeren, in een parallelle wereld, en je doen geloven dat dit de echte wereld is.

Reconstructie, herinnering, een parallelle wereld, enfin, redenen genoeg voor beeldende kunstenaars om Street View als materiaal te gebruiken. Van een aantal van die kunstenaars zijn de resultaten redelijk helder te zien op het internet. Drie daarvan zijn de Canadees Jon Rafman, de Fransman Julien Levesque en de Italiaan Paolo Cirio. Alle drie kunstenaars die zich met de moderne media bezighouden, voor wie de moderne media zowel inspiratie als materiaal zijn.

Rafman lijkt daarbij met zijn project 9-eyesiets heel voor de hand liggends te doen. Hij grasduint  al sinds 2009 in de foto’s van Street View en haalt er scènes uit die doen denken aan de fotografie zoals we die kennen: landschapfotografie, straatfotografie, architectuurfotografie en soms zelfs journalistieke fotografie. De resultaten zijn vaak verbluffend, het lijkt erop dat de camera’s steeds op het juiste moment geklikt hebben.

Daarmee lijkt ook dat de reputatie van menige professionele en grote landschaps- of straatfotograaf op het spel gezet kan worden. Maar is dat wel zo? Misschien, er zijn veel fotografen die twijfelen aan Cartier-Bressons idee van het decisive moment. Zij geloven niet dat zijn beroemde foto uit 1932 genomen achter Gare Saint-Lazare in Parijs een kwestie was van op het juiste moment klikken. Maar mocht Rafman met zijn project dan hebben laten zien dat het juiste moment niet wordt waargenomen door een fotograaf, wat ís dan het juiste moment en wie bepaalt het juiste moment? Daar is maar één antwoord mogelijk: het juiste moment zit in de uiteindelijke foto zelf. Cartier-Bresson wilde het juiste moment op zijn foto en of hij de scène daarvoor nu regisseerde of niet, het gaat uiteindelijk om wat er op de foto te zien is en niet om wat er in de werkelijkheid te zien was. Iets dergelijks doet Rafman met Street View. Hij gaat alleen niet met zijn camera de wijde wereld in, maar gaat op zoek in de parallelle wereld van Street View. Want uiteindelijk is het een hoop geluk en zoekwerk om de plaatjes te vinden die Rafman toont in zijn project.

En inderdaad, hij verkent Street View, maar niet zoals Google dat graag zou willen. Veel besproken is al het feit dat Rafman hier en daar vreemde dingen tegenkomt die in werkelijkheid het daglicht niet konden verdragen: misdaad, prostitutie en andere schimmige zaken. Ook laat hij vreemde en hilarische momenten zien en soms surrealistische scènes. Daarnaast zijn er indrukwekkende en sfeervolle landschapsfoto’s.  Wel valt op dat de meeste foto’s vrijwel nergens de technische perfectie hebben van door een menselijke fotograaf gemaakt foto. Maar ook dat draagt bij aan het idee van een verkenning van een parallelwereld. Hier en daar maakt Rafman ook gebruik van die imperfecties.

Je zou kunnen stellen dat Rafman de bedoelde functie van Street View onderuithaalt. Maar als hij dat wilde had hij dat met veel minder foto’s kunnen doen. Wie met kunst iets bewijzen wil, doet er goed aan dat kort en bondig te doen en niet zo uitgebreid als Rafman. Bewijskracht in de kunst vergt een bepaalde eenzijdigheid van visie en die is nu eenmaal niet gediend met overdaad. Veeleer dwaalt Rafman rond door Street View op zoek naar de aardigste, de mooiste, de leukste en de vreemdste plaatjes. Daarnaast moeten die plaatjes dan ook nog compositorisch en qua kleur bijzonder zijn. En laten we wel wezen, Rafman biedt ons een mooi en afwisselend internet album aan. Zijn zoeken naar de juiste plaatjes wijkt daarbij niet af van het zoeken door een professionele fotograaf naar het juiste moment, naar de juiste compositie, naar de juiste foto. Alle geëigende middelen zijn daartoe geoorloofd.

Er komt nóg een element bij deze foto’s. En ook dat is iets dat eigen kan zijn aan foto’s van een echte “fotograaf”: er zit een zekere melancholie in de verzameling, ondanks de enorme afwisseling van de verschillende foto’s. Het verhaal is, juist door de vluchtige opnames, de onvolkomenheden, een verhaal van het efemere, het vergankelijke van het moment. Nu is de fotografie daar bij uitnemendheid een medium voor. Maar bij Rafman wordt het geheel meer een droom waarvan niet duidelijk is of hij ooit vervuld is of wordt. En dat gaat eigenlijk de vergankelijkheid voorbij. Daarmee heeft Rafman van Street View een lyrisch verhaal gemaakt.

Ik noemde al het voor de hand liggen van Rafmans project. Ook binnen het oeuvre van Rafman, dat op zijn website vrij goed te bewonderen is, is het een project dat vooral erg logisch is qua oorzaak (Street View) en gevolg (9-eyes). Logischer dan een aantal van zijn andere projecten, die het meer van hun theoretische onderbouwing moeten hebben.

Levesque lijkt op het eerste gezicht wars van theorie. Uit het oeuvre op zijn website kan blijken dat hij gewoon speels bezig is met verschillende digitale media. Zijn werken zijn te interpreteren als grapjes. Er zit een zekere kwajongensachtigheid in zijn werk. In 2009 maakte hij drie werken die gebaseerd zijn op Street View: Street View Patchwork, Google tu me fais tourner la tête!en Face à Face. Het gaat om drie betrekkelijk eenvoudige ideeën.

In Street View Patchwork worden verschillende Street View beelden horizontaal in drie à vier stukken gesneden en redelijk willekeurig weer boven elkaar gezet. Levesque componeert op die manier een twaalftal nieuwe landschappen. Opvallend is dat hij nergens echte straatscènes gebruikt. Er komen geen duidelijke mensen voor in zijn nieuwe landschappen. Wel zijn er veel ingrepen van mensen te zien. De incongruenties die hij hier en daar benadrukt (een úítstekende lantarenpaal, wat in de lucht zwevende boomtoppen) en de duidelijk aanwezige afsnijdingen doen denken aan de incongruenties van Street View zelf. Je kunt het zien als een commentaar op de inwisselbaarheid van onbekende landschappen, of ze nu in de polder of in de woestijn gemaakt zijn. Maar je kunt het ook zien als een commentaar op de geconstrueerde wereld van Street View. Het is er een overdrijving van. Levesque staat enige interventie toe van de kijker, want iedere strook heeft de bekende Street View tools, maar veel tijd krijg je er niet voor. De meerwaarde ervan is ook niet duidelijk.

Google tu me fais tourner la tête! doet precies dat. Op de weg waar Google gevestigd is in Mountain View is blijkbaar een wielerwedstrijd aan de gang en je ziet met de camera de hele omgeving aan je voorbij komen. Alsof je zelf de Google camera bent geworden. Mon manège à moi van Edith Piaf weerklinktJe ferais le tour du monde / Ça ne tournerait pas plus que ça / La terre n’est pas assez ronde / Pour m’étourdir autant que toi… In het kort komt het erop neer dat de ik in het lied tot over haar oren verliefd is. Ze zou de wereld rond kunnen reizen, dat zou haar niets uitmaken, want niets dan haar geliefde kan haar zo het hoofd op hol brengen. La terre n’est pas assez ronde, letterlijk: de wereld is niet rond genoeg. Met andere woorden: hier wordt gehouden van Google en niet van de wereld. In het klein is te zien wat Street View inhoudt: wegen, auto’s, mensen, landschappen en lucht. Dat er juist op deze plek een wielerronde wordt gehouden lijkt geen toeval. Alle figuren zijn geanonimiseerd. Ze roepen, schreeuwen misschien, maar hun kreten worden niet gehoord. Misschien kijken ze enthousiast en lachen ze breeduit, maar hun gezichten zijn niet te zien. De omstanders zijn volslagen stom. Alles lijkt in beweging maar is toch bevroren, het enige wat ronddraait is de blik van de kijker. En die draait gedwongen rond. De tools van Street View zijn aanwezig in het plaatje. Het lijkt alsof je ze kunt bewegen, maar ze richten uiteindelijk niets uit, je blik blijft cirkelen. De liefde voor Google is dwingend en duizeligmakend.

De geanonimiseerde gezichten van Street View komen terug in Face à Face, veruit Levesques simpelste Street View project. In feite geldt hier hetzelfde als voor de foto’s van Rafman: Levesque is in een parallelle wereld op zoek geweest naar plaatjes, maar het gaat nu om plaatjes met een soort geabstraheerde maskers. Identiteiten worden zowel erkend als ontkend. Bij een aantal maskers is de karakteristiek van het gezicht nog goed herkenbaar, bij andere is die bijna compleet vervaagd. Het maskerachtige maakt het kijken naar de gezichten ongemakkelijk.

Hoewel de grapjes van Lebesque duidelijk niet zonder betekenis zijn, balanceert hij wel op het randje van wat daadwerkelijk interessant is. Zo zijn Face à Face en Street View Patchwork op zich leuke vondsten, maar zijn ze niet wat inwisselbaar? De drie werken laten de kijker over Street View en zijn betekenis nadenken maar leveren zij overigens nog wat op?  Bij Google tu me fais tourner la tête! in ieder geval wel.

Bij Rafmans 9-eye is de geanonimiseerde mens vaak aanwezig en iedereen kan daar zien dat veel mensen herkenbaar blijven door hun houding en bouw. De anonimiteit van Street View is in feite vaak een wassen neus. Naast alle andere associaties en percepties die Rafman met zijn werk oproept blijft de ongeanonimiseerde anonimisering een opvallend kenmerk. Het blijft een soort open vraag in zijn werk. Levesque, de kwajongen, speelt er onmiddellijk mee, uiteraard met Face à Face maar ook met alle anonimelingen die langs de kant van de weg staan, vlak vóór Google zelf. Maar Paolo Cirio maakt echt gemene zaak met de anonieme figuren van Street View.

Hij brengt ze terug waar ze vandaan komen: de straat. Hij heeft dat recentelijk gedaan in Berlijn, Londen en New York met zijn Street Ghosts. Op een aantal notoire graffiti-muren in die steden heeft hij mensen die er zich in Street View toevallig voor bevonden, geprint, uitgeknipt, vergroot tot levensgroot en tegen de muren geplakt waar zij voor zijn gefotografeerd. De resultaten zijn spookachtig. Ze vallen zowel niet als wel op tegen de bekladde muren. Daarbij speelt niet alleen hun vervaagde gezicht een rol maar ook de vervaging die optreedt door de vergroting. Hier is Street View street art geworden. Er is door Cirio een nieuwe stap genomen: hij heeft een stukje parallelwereld gebracht naar de andere parallelwereld van de graffiti. De resultaten zijn wellicht indringender dan die van Rafman en Levesque, maar die bleven nog binnen het stramien van het medium zelf. Niettemin is voor iedereen duidelijk dat de figuren van Cirio wel degelijk individueel herkenbaar zijn. Zo kun je je afvragen of Cirio de privacy van de opgeplakte mensen niet geschonden heeft, hoezeer die ook al geschonden was door Google.

Maar Cirio laat op zijn website weten dat hij een subversive media artist is. Subversief, dat hoge woord moest er vroeger of later een keer uitkomen, want in het kader van subversie kan vrijwel alles. Kán, want zonder talent gaat dat niet lukken. Cirio heeft duidelijk talent, zoals dat al bleek uit eerdere projecten, maar ook dan is het de vraag of het doel alle middelen heiligt, al gebruik je ze met nog zo veel talent. En zoals ik al eerder opmerkte, het leidt tot eenzijdigheid van de kunst zelf. Het is een feit, Jon Rafman stelt impliciet ook kritische vragen over Street View, maar hij is in de eerste plaats een lyricus, zoals ook blijkt uit zijn andere werk, en met lyriek is het moeilijk ten strijde trekken, waar dan ook tegen. En natuurlijk, Julien Levesque laat geen digitaal medium onbenut om er grappen mee te maken en ze gewoon niet serieus te nemen. Maar dat zijn maar speldenprikken voor een gigant als Google. Bovendien maken zowel Rafman als Levesque zelf uitgebreid gebruik van Street View voor hun werk, al gebruiken ze Street View niet waar het voor bedacht is. Wellicht lost Cirio met Street Ghosts inderdaad veel meer een schot voor de boeg, juist omdat hij Street View op een spookachtige manier terug naar de straat brengt. Hij gebruikt de herinnering die bij fotografie hoort op een even mooie als sinistere manier. Maar hoe groot is de subversie die hij ermee pleegt?

Google Street View wordt gepresenteerd als de wereld zelve, maar het is uiteindelijk niet meer dan een speeltje en – en dat is de serieuze kant van de zaak –  een teken van de alomtegenwoordigheid en de monopoliehonger van Google. Als een kunstenaar echt subversief wil zijn (en het werk zelf niet te eenzijdig wil maken) komt er wat anders bij kijken dan schieten met een katapult, wat Cirio in feite vooral doet. En dat is al heel wat, vooral als je er iets intrigerends van maakt als Cirio met Street Ghosts.

Punt is dat Google zelf honderd keer subversiever is dan welke kunstenaar dan ook. Dat blijkt vooral uit de kaart waarin je kunt zien waar Street View actief is. Daarint zie je dat Google een vertegenwoordiger is van wat aan de andere zijde van de Grote Plas de free world wordt genoemd. In landen en gebieden waar de wetten van die vrije wereld niet of moeilijk toe te passen zijn, kun je ook niet terecht met Street View. Op die manier creëert Google een wereldkaart met lege gebieden. Daar zijn uiteraard verklaringen voor, bij voorbeeld dat een aantal van die gebieden inderdaad niet of heel dun bevolkt zijn. Maar uit de kaart blijkt dat niet, want er zijn ook gebieden wit waar wel voldoende mensen wonen en waar ook wegen en straten zijn. De kaart is voor meerderlij uitleg vatbaar. Je kunt constateren dat lege gebieden blijkbaar gelijk zijn aan gebieden waar mensen leven die niet meedoen aan de wereld van Google. Dat zijn dan blijkbaar mensen die er niet toe doen, tenzij ze de juiste graad aan welvaart hebben bereikt en ook verder bereid zijn het spel te spelen met Google. Je kunt het ook interpreteren als een 19de-eeuwse wereldkaart waar nog te onderzoeken en te koloniseren gebieden op staan. Ook in dat geval zijn de mogelijke bewoners van die lege gebieden mensen die onderworpen moeten worden. Verder valt op de kaart op dat de Verenigde Staten met Mexico en Zuid Canada het grootste aaneengesloten gebied is waar Street View actief is. West- en Midden Europa zijn een goede tweede.

Daartegenover blijven de witte gebieden kaal afsteken, als nog te veroveren gebieden staan de namen van de landen in het nietszeggende wit. De kaart toont ook iets aan over onszelf in West Europa: zelfs al ontvangen we hier maar wat luttele zure grijpstuivers voor ons werk of voor het gebrek daaraan, we hebben in ieder geval Google Street View en gelukkig zijn we dan dus beter af dan wanneer we in zo’n leeg wit gebied zouden wonen.

Is daar enige subversie tegen opgewassen? Als het moet, dan toch maar met de katapult van Cirio. Waar fotografie al niet toe leidt….

 

Bertus Pieters

One Comment

Trackbacks & Pingbacks

  1. Street Ghosts Project van Paolo Cirio » datapanik.org

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.