Spring naar inhoud

Een onopgemerkte apocalyps. Lawrence Lek, Nøtel; Stroom, Den Haag

11 oktober 2018

Lawrence Lek (1982) presenteert in Stroom de multimedia-installatie Nøtel, waarbij Steve Goodman (1973) de soundscape heeft verzorgd. Stroom is ingericht als een marketingruimte voor de fictieve, internationale hotelketen Nøtel en een vestiging daarvan in Den Haag (in de zogenaamde The Hague Security Delta – vernoemd naar HSD, de uiterst dubieuze organisatie in Den Haag, waarin overheid, bedrijfsleven en wetenschap zouden samenwerken in cybersecurity). Je kunt 3D-rondleidingen  krijgen door het nieuwe gebouw en op schermen is promotiemateriaal van het hotel te zien. Ook zijn op de wanden tekeningen te zien van de architectuur en een zitbank in het midden van de ruimte is in de vorm van het hotel. Het gebouw is als een cirkelvormig fort, met aan weerszijden een recht úítstekend deel, gebaseerd op de letter ø. Qua vorm kun je denken aan een gigantische fortificatie, rond als de Engelenburcht omdat de vijand van alle kanten kan komen. Bovendien is het ontworpen om weerstand te bieden aan een mogelijke aardbeving. Nøtel mikt zogenaamd op de internationale geldverdienende, reizende elite. Het gaat dan om mensen die financieel veel te verliezen hebben en afhankelijk zijn of onderdeel zijn van internationale commercie. Een hotel moet hen privacy, luxe en veiligheid bieden.

Een hotel is een plaats waar je je thuis kunt voelen, maar waar je niet thuis bent. Hoezeer ieder element je ook op je gemak moet stellen, er blijft een afstand tot de dingen. Het belangrijkste verschil dat een hotel je misschien wil bieden, is dat je thuis ook je huiselijke zorgen hebt en die blijven in een hotel buiten de deur, sterker, die worden gecompenseerd met luxe.

Voor de internationale reiziger, de globetrotter door wiens geld ook de wereld zelf blijft draaien, die voor zijn persoonlijke zaken uit zijn rolkoffer leeft, voor zijn dagelijkse sociale interactie uit zijn laptop en skypeverbinding en zich veilig, op zijn gemak en comfortabel moet voelen zo gauw hij het slot van zijn hotelkamer van binnenuit dichtdraait, heeft Lek Nøtel verzonnen. Of deze mensen zelf een thuis hebben waar ze ook echt thuis zijn, is maar de vraag. Dus er moet veel gecompenseerd worden. Alles wordt door Nøtel gegarandeerd: veiligheid, op het individu toegesneden luxe, geen interactie met andere mensen die je lastig kunnen vallen met vragen en verzoeken en die bij een eerste blik al een oordeel over je zouden kunnen hebben of je herkennen. De architectuur is stevig en bestand tegen aardbevingen, tsunami’s en ander geweld. Zelfs de cybersecurity is gegarandeerd. Al je comfortwensen worden gedetecteerd en er wordt aan voldaan zonder dat je ook maar iets hoeft te vragen. Een wereld waarin het persoonlijke gestroomlijnd is, waarin de emotie zonder tranen of adrenaline kan verlopen, waarin de erotiek geen lichaamsgeur of –sappen behoeft, waarin de wens de vader van de realiteit is. De schoonheidsbeleving is er een van geruststellende pianoklanken, en de kitsch van de krul is gladgestreken en teruggedreven in glimmend modernistisch kunstmarmer, reflecterend glas en kabbelende wateroppervlakken. Vertrouwd zijn nog de Mies van der Rohe-stoelen waar verder niemand op zit, en de glanzende vleugel waar geen pianist voor nodig is.

Het eerste wat opvalt is uiteraard dat in de virtuele werkelijkheid van de schermen en van de virtuele werkelijkheidsbrillen geen mens te bekennen is. De grootte van de zaken moet je op een andere manier kunnen aflezen uit de schermen dan uit de menselijke maat. Daarnaast houden digitale animatietechnieken toch altijd iets stijfs en irreëels zoals je dat kent uit computerspellen en films waarin animatie gebruikt wordt. Alles wat al schril of kil was, wordt extra schril of kil. Lek maakt daar gebruik van door de zaken er zowel reëel als irreëel uit te laten zien. Bij elkaar geeft dat het idee van fictie – sciencefiction zo je wil – maar ook van iets dat daadwerkelijk realiseerbaar is, of misschien al bestaat.

Het is ook afhankelijk van wat je zelf gewend bent en wat je verlangt van een hotel. Houd je van een knus, klein familiehotelletje dan is Nøtel niet minder dan een nachtmerrie, maar ook overigens heeft de voorstelling van zaken iets beangstigends. Als dit inderdaad het bestaan zou zijn van een internationale elite die in feite het leven van ons stervelingen bepaalt, dan zou de kloof tussen elite en stervelingen wel onmetelijk groot zijn en gemarkeerd door een letterlijke en virtuele barricade aan veiligheidsmaatregelen. In feite is die kloof ook enorm; dat werd pijnlijk duidelijk tijdens en na de recente bankencrisis. Daarmee lijkt Nøtel ook op een metafoor voor die kloof tussen de macht die de economische wereld draaiende houdt en de wereld zelf. In feite lijken de marketing-spotjes helemaal niet voor de simpele kijker bedoeld. Ze lijken eerder bedoeld om de kijker buiten te sluiten.

Het zegt echter ook iets over de fictie van absolute veiligheid en de absolute dienstbaarheid van technologie aan de individuele mens. Anonimiteit en absolute veiligheid zijn aan elkaar verbonden. Zodra die band weg is, zijn beide componenten in gevaar. Je kunt je weliswaar fysiek verschuilen in een hotelkamer tegen de boze buitenwereld, maar dan is er altijd nog de technologie die om je heen draait en die je verraden kan. Dat laatste is misschien het meest verontrustend. De technologie van detectie, receptie en opslag van individuele informatie kan weliswaar aangewend worden om die informatie te anonimiseren en haar te negeren of meteen na gebruik te vernietigen, dat neemt allemaal niet weg dat die informatie over detectie, ontvangst en opslag van data een feit is en ook gewoon, door laksheid, economisch gewin of door kwaadaardige moedwil, niet geanonimiseerd, genegeerd of weggegooid kan worden. Op die manier blijft bescherming en anonimiteit een keus die lang niet altijd bij het lijdend voorwerp ligt, al behoort het tot de financiële elite. Een gevoel van veiligheid blijft misleidend; het dient ter geruststelling en niet voor daadwerkelijke veiligheid, zoals dat geldt voor veel ‘echte’  veiligheidsmaatregelen. Nu heeft veiligheid natuurlijk ook een psychologische component. Veiligheidsmaatregelen zijn er niet alleen voor de daadwerkelijke veiligheid, ze zijn er ook om een klimaat van veiligheid te creëren, zowel in de geesten van de potentiële slachtoffers als in die van de potentiële daders. Het is duidelijk dat de consumenten van Nøtel niet te ver moeten gaan in hun nieuwsgierigheid over waar zij terecht gekomen zijn. In de virtuele werkelijkheidsbril wordt je blik geleid en wordt hij afgeschermd zo gauw je te ver draait met je hoofd, en steeds is er wel een drone die je, zo veel mogelijk ongezien, begeleidt als een steeds aanwezige kakkerlak (even terugdenkend aan hotels van minder allooi). Ook daar maakt Lek weer handig gebruik van de techniek: de virtuele werkelijkheidsbril nodigt van zichzelf uit om meer om je heen te kijken dan je normaal zou doen en juist daar word je in beperkt. Er zijn blijkbaar zaken die je niet mag zien of weten; voor je eigen veiligheid, of die van de andere gebruikers van het hotel, of van het hotel zelf. Het gevoel van veiligheid lijkt juist benadrukt te worden door een gevoel van schimmigheid. De naargeestige sfeer van het lege gebouw, wordt in de 3D-rondleidingen benadrukt door de schemerige omgeving en het vaak wat groenige oplichten van de oppervlakken, muren enz. Een gevoel van angst wordt daarmee vergroot: er is duidelijk iets of iemand met macht over de gast van het hotel. Het is niet de angst voor een macht van buitenuit, maar voor een van binnenuit. De veiligheid en luxe zijn gegarandeerd, maar dat heeft een prijs die blijkbaar niet alleen financieel is. De garanties worden gegeven door een, naar het lijkt, bovenmenselijke en oncontroleerbare macht. In hoeverre wordt die macht nog bepaald door mensen, of is het de technologie die het voor het zeggen heeft? Het hotel heeft iets weg van een sinister modernistisch spookhuis. Er is ook meer Mies van der Rohe dan alleen zijn stoelen. Zijn architectuur is ook aanwezig. Die glanst in zijn ontmenselijking. Waar Mies van der Rohe de mens wilde dienen, is zijn architectonische erfenis hier een naargeestig glanzend staketsel geworden. De opkomst van de modernistische architectuur (waarvan Mies van der Rohe een van de belangrijkste vertegenwoordigers was) ging indertijd gepaard met een rappe technologisering van de samenleving. In onze tijd is dat modernistisch optimisme waarin de technologie de mens moest dienen, geëvolueerd tot een quasi-meninglose technocratie die er steeds meer op gebaseerd is zo efficiënt mogelijk de wereld tot in detail in bezit en schuld onder te verdelen, waarbij de bezitters een kleine minderheid zijn.

Nøtel lijkt nog een stap verder te gaan. In Nøtel zijn de veelbezittende gasten anoniem geworden als de massa’s der schuldenklasse ver buiten het hotel. Het is voor de bezittersklasse uiteindelijk niet van belang een gezicht te hebben, want dat is niet efficiënt, nu er ook politici en cultuuriconen zijn die de macht van de bezitters een gezicht geven. Er lijkt zich voor de bouw van Nøtel iets apocalyptisch te hebben afgespeeld, misschien in de vorm van een ramp, een bloedige revolutie of wellicht juist door een sluipende revolutie, een onopgemerkte apocalyps. De zaken lijken definitief overgenomen door de technologie en die heeft geen boodschap aan individuen en persoonlijkheden. Of de een of de ander nu rijk is, maakt niet uit, zo lang het maar om weinig mensen gaat. Dat systeem met een bezittende klasse moet koste wat kost efficiënt en anoniem in stand gehouden worden en beveiligd tegen de rest van de wereld: de schuldenklasse en de Aarde en haar natuurlijke, seismische en klimatologische systemen. Natuurlijk gebeurt dat allemaal eco-friendly volgens de marketingstem.

Die anonimiteit levert ook een ander interessant aspect op. De gast in Nøtel is anoniem, maar de individuele smaak en wensen zouden wel bekend zijn. Het designteam van Nøtel heeft zogenaamd New ReaktionTM ontwikkeld: een systeem dat onmiddellijk op de persoon van de gast reageert en hem of haar meteen de muziek laat toeklinken die gewenst zou worden, door slimme geluidssystemen geheel op de gast toegespitst. Je zou toch zeggen dat zoiets fantastisch zou zijn: je komt ergens binnen, je herinnert je uit je eigen klankgeheugen een stuk muziek dat bij de situatie past en dat krijg je dan te horen. Je krijg echter stellig de indruk dat het niet werkt. Het systeem flanst iets zoetgevooisds in elkaar uit een voorraad beschikbare klanken, die gemiddeld geruststellend gevonden worden, en dat achtervolgt je dan. Dat is geen keuzevrijheid of behoeftebevrediging à la minute, dat is het uitbannen van de eigen keuze en het eigen muzikale geheugen. In feite is dat wat al lang gebeurt op vliegvelden en in winkelcentra en dergelijke met opdringerig geruststellende muziek. De draai die Lek eraan geeft in Nøtel is meer van datzelfde maar dan verder getechnologiseerd en gepresenteerd als een nieuwe individuele behoefte. Zelfs voordat de gast die behoefte ook maar zou voelen, is ze al bevredigd ook voordat de gast maar een beroep op zijn/haar geheugen of creativiteit hoeft te doen.

Als je dan nog beseft dat ook Lek met zijn installatie gebruik maakt van die technologie, dan is het feest compleet. Je zou kunnen stellen dat Lek de kijker een cynisch idee van de toekomst voortovert met de technieken van dat idee, maar wat hij laat zien, zegt minstens zoveel over het heden (zoals dat meestal het geval is in sciencefictionverhalen). Het modernisme is al compleet ontdaan van zijn humanistische inslag. Het rationele van het modernisme is verworden tot een dolgedraaide efficiëntiesamenleving en de macht ligt nu ook bij dat efficiëntiedenken en blijkbaar niet meer bij die mensen die dat denken uitvoeren. De efficiëntiegedachte is dat deel van het menselijk denken, inclusief het menselijk tekort daarin, dat overgeplant is in de hedendaagse technologie en in feite is het dat wat Lek met Nøtel laat zien.

Het wordt in feite ook benadrukt door de twee andere werken van Lek, die je als een soort bonus in het souterrain kunt zien: Geomancer (2017) en Sinofuturism (2016). Beide films hebben een behoorlijk lange duur en zijn daarmee eigenlijk te zwaar naast Nøtel. Voor wie ze beide helemaal of grotendeels wil zien, is het misschien aan te raden ze eerst te bekijken. Geomancer gaat over een satelliet die de eerste niet menselijke kunstenaar wil worden, maar daarbij stuit op allerlei tegenwerking van de mensenmaatschappij onder anderen om de pure menselijke artistieke expressie te beschermen en Sinofuturism laat een beweging zien waarvan zowel producten, ideeën als mensen, en daarmee de hele samenleving, doordrongen zijn. Beide films hebben ook te maken met de Chinees-Singaporese afkomst van de in Duitsland geboren Lek. Sinofuturism steunt zwaar op stereotypering van China en de Chinezen, maar je kunt je afvragen of China hier niet eigenlijk een metafoor is voor de globale samenleving. In het aantrekkelijke en dromerige, bijna sprookjesachtige Geomancer, dat zich afspeelt in Singapore, de stadstaat die zo sterk opbloeide met het modernisme, zou je bijna medelijden krijgen met de satelliet die zijn eigen geschiedenis en die van de buitenmenselijke creativiteit vertelt.

Wederom zou je kunnen stellen dat Lek een cynische kijk op het hedendaagse mensbeeld heeft. Het is echter de vraag of het om cynisme gaat. Met de technologie die Lek gebruikt, laat hij ook zien dat technologie een onderdeel is van menselijk denken en van menselijke creativiteit en dat kan alle kanten op werken. Dat houdt ook in dat we nog steeds de keus hebben bepaalde dingen wel of niet te willen en dat we het menselijk tekort dat in onze geavanceerde technologische producten dreigt te sluipen ook zelf kunnen aanwijzen om het ten goede te laten keren. Of is dat misschien toch te modernistisch-optimistisch gedacht?

(Klik op de plaatjes voor een vergroting)

 

Bertus Pieters

Zie voor meer plaatjes: https://villanextdoor2.wordpress.com/2018/10/11/lawrence-lek-notel-stroom-the-hague/

Zie ook: https://www.vice.com/nl/article/3kygd3/verwend-drones-computerstemmen-futuristisch-vr-hotel

https://glamcult.com/lawrence-lek-performs-the-future-before-it-exists/

https://www.nrc.nl/nieuws/2018/09/06/het-hotel-van-de-toekomst-als-dystopische-videogame-a1615584

https://www.metropolism.com/nl/reviews/36153_lawrence_lek_stroom

https://www.gonzocircus.com/is-de-toekomst-modernistisch/

 

Geef een reactie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.

%d bloggers liken dit: